Rijtest

Rijtest: Jeep Compass 2.2 CRD

Het bedrijf dat ooit startte als “Willy’s Overland” is in zijn 70-jarig bestaan al grondig geëvolueerd. Vandaag voelen we de vernieuwde Compass aan de tand. Een motorupgrade en een nieuwe snuit, dit kan alleen maar goed worden... 

Laten we beginnen met het ronkende hart van de Compass. Voorheen gebruikte Jeep een 2.0 TDI-motor die zijn oorsprong bij Volkswagen vindt. Het was ook de eerste keer dat Jeep een vebruik haalde van net geen 7 l/100 km. Allemaal goed en wel maar het plaatje klopte niet. De motor maakte te veel lawaai en trillingen die je niet echt acceptabel kon noemen. Daar is nu verandering in gekomen! Jeep klopte aan bij een iets logischere keuze qua merk, namelijk Mercedes. Daar haalde ze een 2.2 diesel met common rail technologie van het schap. Een slimme keuze want de kwaaltjes van voorheen zijn herleid naar een minimum. Met 320 Nm koppel en 163 pk zit je meer dan goed! De wagen trekt boven al redelijke verwachtingen goed op en mits een kleine terugschakelactie is een inhaalmanoeuvre zo gepiept! Eenmaal de motor warm staat hoor je hem nog wel maar zeker niet meer dan in, pakweg, een BMW X3 2.0d. Wat toch best ok is, niet? Dezelfde motor is ook te verkrijgen in een fiscaal voordeligere uitvoering, die beschikt over 136 pk. Al is dat natuurlijk snel te omzeilen. (Chipje?) Er is maar één klein nadeel aan de motor en dat is de handgeschakelde versnellingsbak. Die zesbak is er eentje waar je toch best mee moet leren werken. Het voelt allemaal solide en sterk aan maar op de overvolle Belgisch/Nederlandse wegen had ik een zachter te bedienen model meer geapprecieerd.

De wegligging was tegenover mijn vorige test-SUV, de Nissan Murano, een gigantisch verschil. Bij de Compass weet je nog wél waar je wielen zich op het asfalt bevinden en gaat de wagen ook heen naar waar jij dat wilt. De stuurbekrachtiging is vrijwel ideaal te noemen. Ik heb een hekel aan stuurwielen die men bijna kan blazen in de juiste richting, overijverige servo’s zijn niet zo m'n ding. Dus alles best oké maar... Bij de eerste keer dat ik remde voelde ik al dat je best stevig mocht duwen als je daadwerkelijk snelheid wil minderen. Het neemt een deel van het vertrouwen dat je krijgt in de wagen terug weg.

Een tweede grote verandering is de snuit. Waar we vroeger de gedateerde ronde koplampjes vonden die de wagen een bulldog-achtige look gaven vinden we nu twee strakke koplampen. Als je naar de nieuwe Grand Cherokee kijkt en dan weer naar deze dan denk je spontaan aan MiniMe uit Austin Powers. Hetzelfde maar dan kleiner. Al bij al een grote verbetering. Jeep is zoals vele Amerikaanse constructeurs ook een fan van chroom. Al hebben ze er dit keer niet mee overdreven en valt het in ons geval (grijs koetswerk) zelfs niet echt op. Kijken we weer een beetje verder dan heeft de wagen van opzij gezien wat weg van een Dacia Duster (sorry, Jeep) De uitgerolde wielkasten zijn net iets te uitgesproken naar mijn zin. Achteraan weinig nieuws ten opzichte van de pre-facelift. Daar is enkel de in de bumpergedrukte “Compass” verleden tijd. Een klein verschil dat toch veel doet.

Het interieur is ook onder handen genomen. Zo is het gebruikte materiaal iets zachter en is de middenconsole afgeronder ingewerkt. Het stuur is er nu één uit de moderne dagen. Mooi van vormgeving, ligt goed in de hand én je krijgt stuurwielbediening! Kleine dingen die samen een groot verschil maken dus. De zetels zijn over het algemeen goed. Beetje beperkt regelbaar maar je vind er je draai wel na wat kleine tweaks tijdens het rijden. Achteraan heb je plaats zat. De achterbank is best comfortabel te noemen, we hebben er al slechtere gehad. Zelfs in hogere prijsklasse. Qua koffer is het een lastige. Met 458 liter volume kan je heel wat kwijt in zo’n Compass, alleen steken de wielkassen ook ver door in de koffer waardoor je toch beperkt bent in breedte.  Jammer dat de zetels niet volledig plat gaan maar dat is tegenwoordig wel vaker zo. Oh ja, en in het interieur viel er geen enkel rammelgeluid te bespeuren, tot mijn groot genoegen!

Wij testten hier de Limited uitvoering. Limited klinkt altijd goed maar wat het eigenlijk wil zeggen is gewoon een pakket waarbij je lederen zetels, automatische airco en 18” velgen krijgt bovenop de standaard (sport) uitvoering. Prijzen voor de Limited beginnen bij 29.200 euro. Later volgt er nog een “70th Anniversary Edition” met specifieke zetels en velgen. Met de prijs van de Limited zit Jeep rechtstreeks tussen de concurrenten. Ik denk dan aan een Toyota Rav4, Ford Kuga en de Nissan Quashqai. Deze Jeep is zeker het overwegen waard en ziet er bovendien vele stoerder uit. Hoewel dit model verkrijgbaar is als een 4x4 is -en niemand hem waarschijnlijk gaat gebruiken waarvoor dit dient- mag het gezegd worden dat ook hier de wagen goed scoort! Al zijn we natuurlijk niet gaan rock-climben met het ding...

Tekst & foto's: Yannick Degroeve

Met dank aan Jeep voor de testwagen

Specificaties

Vermogen163 pk
Overbrenging6-bak Manueel
Aandrijvingvierwiel
Gewicht1 680 kg
Topsnelheid201 km/u
Prijs testwagen€ 29 900
0 tot 100 km/u10.60 sec
Gemiddeld testverbruik8.70L/100km
Min. kofferinhoud458 L
Rijtaks0

Reactie toevoegen

Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.

Inloggen