Rijtest

Test: Mini Cooper S (2024)

Mini heeft een nieuwe Cooper op benzine, en die heeft stiekem bijna niks gemeen met de EV. Wel integendeel: hij heeft meer gemeen met de oude Cooper op benzine die we alweer tien jaar kennen. Is dit dan wel écht een nieuwe generatie of niets meer dan een flauwe facelift? Wij zochten het uit met de potente Cooper S.

Volg even mee, want Mini heeft tegenwoordig twee Coopers. Zo ging een jaartje geleden het doek van de Cooper E die — zoals het ‘E’-tje in de naam al doet vermoeden — uitsluitend met elektrische aandrijflijnen verkrijgbaar is. Een paar maanden later kreeg die echter alsnog gezelschap van een Cooper-zonder-E, maar niets was toen wat het leek. Zo ging het bij die laatste niet zozeer om zo’n nieuwe Cooper met gewoon een verbrandingsmotor voorin, maar wel om een auto op dezelfde basis als de uitgaande Cooper… Dus valt dat er een beetje aan te zien?

Oud vooraan, nieuw achteraan

Wel, ja en nee. Vooral van achteren gezien is namelijk vrijwel alles anders en gaat deze Cooper op benzine sprekend lijken op de gloednieuwe elektrische Cooper. Zelfs de scherpe nieuwe achterlichtjes zijn van de partij, al gaat het hier stiekem wel om compleet andere units. Ook hier kan je het lichtsignatuur naar smaak aanpassen met de keuze uit drie designs en hetzelfde geldt vooraan, al moeten we over die kant van deze nieuwe Cooper wel nog iets kwijt. Daar lijkt hij wél nog sterk op het oude exemplaar… Zo sterk zelfs, dat je je gaat afvragen of een aantal van zijn onderdelen niet gewoon uitwisselbaar zijn met de Mini van de vorige generatie. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de motorkap en vergelijk die met de voorklep van de elektrische Mini, en dan met de motorkap van de uitgaande Mini. Zie je ’t ook?

Image
Test Mini Cooper S 2024

Wat er ook van zij; binnenin blijft er vrijwel niks over van die vorige generatie. Hier waan je je zelfs helemaal in de elektrische versie want je kijkt naar hetzelfde indrukwekkende OLED-scherm dat als eerste in de autosector helemaal rond is. Standaard is dat echter wel het enige scherm dat je krijgt want een instrumentarium is er niet. Voor een head-updisplay moet je dan weer bijleggen en anders valt pakweg je snelheid dus enkel af te lezen in dat centrale scherm. Laat dat de pret echter niet bederven want de materiaalkeuze is hierbinnen alweer uitstekend voor dit segment, met leuke stofjes op het dashboard en op de deuren uit gerecycleerd materiaal. In deze Mini merk je dus meer dan ooit dat je met een premiumproduct onderweg bent.

Geef mij een handbak!

Dat laatste geldt trouwens ook op motorisch vlak. Je merkte misschien al dat we het hier uitsluitend over een “Cooper” hebben want een One-basisversie maken de Duitse Britten niet meer. Bovendien is elke versie ook nog eens sterker dan voorheen, waardoor instapper Cooper C meteen al 156 pk haalt uit zijn 1.5-liter driecilinder. Een Cooper S als de onze krijgt zelfs een 2.0-liter turbobenzine voorin, goed voor tegenwoordig maar liefst 204 pk en 300 Nm koppel. Daarmee sprint je naar de 100 km/u in 6,6 seconden dus vergis je niet: deze Cooper S is snel.

Image
Test Mini Cooper S 2024

Zijn rijgedrag beantwoordt die cijfers ook, vooral indien je de zeventraps automaat uitrust met de optionele schakelpedaaltjes achter het stuur. Dat is trouwens je enige manier om zelf door de versnellingen te gaan want Mini nam even geleden al afscheid van de handgeschakelde versnellingsbak… En die missen we af en toe wel eens in een sportief kleintje als dit. Zo kunnen we de keren eigenlijk niet tellen dat we tijdens onze testweek in deze Cooper S stapten, en als vanzelf met de linkervoet in de leegte naast het rempedaal trapten voor we de motor startten omdat het hele gevoel van deze auto gewoon “handbak” schreeuwt.

En geef mij uitlaten!

Zelfs zonder die handbak is het echter lachen geblazen achter het stuur van deze Cooper S. Dat is natuurlijk weinig verwonderlijk want ook de uitgaande Mini stuurde als de beste, en deze nieuwkomer staat gewoon op een doorontwikkelde versie van hetzelfde platform. Reken dus ook hier op een haarscherp stuurgevoel, op een motor die gretig aan het gas hangt en op een chassis dat net genoeg grip biedt om af en toe ook een beetje gripverlies toe te laten. Los je bijvoorbeeld gas in een hard genomen bocht, dan krijg je een bijna komische dosis lift-off oversteer terwijl vooral in de ‘Go Kart’-rijmodus de motorgeluiden nog wat versterkt door de speakers gonzen.

Image
Test Mini Cooper S 2024

Deze Cooper S lijkt dus al speelgoed voor grote mensen, en dan moet de échte John Cooper Works-versie nog komen… En daar zeggen we trouwens bewust “échte” met een accent aigu op de “e” want gooi je er een beetje extra geld tegenaan, dan kan je je Cooper S en zelfs je Cooper C sprekend op zo’n John Cooper Works laten lijken. Zo biedt Mini tegenwoordig een ‘John Cooper Works Trim’ aan die bestaat uit de bumpers, de grille en zelfs de logo’s van de hothatch — alleen uitlaten krijg je nog steeds niet mee. In tegenstelling tot de uitgaande Cooper S moet je het voortaan namelijk zonder die heerlijke, centraal gemonteerde pijpjes stellen en noem ons gerust ouderwets, maar wat gaan wij die missen.

(Duur) speelgoed voor grote mensen

Met zo’n JCW-trim op zak wordt de ophanging echter ook weer een stukje stugger en stiekem schiet het comfort in een standaard Mini Cooper S zo al niet over… En dat geldt ook voor de ruimte. Zo krijg je slechts vier zitplaatsen, tenzij je deze Mini als vijfdeurs bestelt want ook die steekt in ’t nieuw. Die biedt bovendien ook nog eens meer koffervolume met zijn 275 liter ten opzichte van de schamele 210 liter die onze driedeurs versie liet optekenen. Ook op dat vlak kan je deze auto dus omschrijven als “speelgoed voor grote mensen” want als enige auto voor je gezin zal je zo’n driedeurs Cooper S vast niet snel kopen.

Image
Test Mini Cooper S 2024

Dan kan je dus misschien maar beter all-in gaan voor sportiviteit, en toch dat John Cooper Works-pakketje kiezen nietwaar? Wel, misschien toch maar niet want de JCW Trim kost je dik 9.000 euro extra. Dat doet namelijk dienst als hoogste uitrustingsniveau dat je voor je Mini kan kiezen, maar ook standaard is dit stadswagentje al niet goedkoop. Zo betaal je meteen 30.500 euro voor een Cooper C en moet het toch een snellere Cooper S zijn, dan kijk je aan tegen minstens 34.500 euro. Kleed je die dus een beetje aan, dan voeg je al snel een extra woordje toe aan die “speelgoed voor grote mensen”-uitspraak van daarnet: deze Mini Cooper S is duur speelgoed voor grote mensen.

Conclusie

Gaat die prijs dan een probleem zijn voor Mini’s cliënteel? Wij durven wedden van niet. Zo was de Mini-hatchback altijd al duur voor zijn segment en kijk maar eens rond in de gemiddelde Belgische straat: het ziet er zwart van de Mini’s. Reden genoeg dus om niet te veel te veranderen aan het succesrecept, en naast de nieuwe EV gewoon weer een Cooper op benzine aan te bieden op dezelfde basis als de oude… En met het het rijgedrag dat deze Cooper S weet voor te leggen, hoor je ons eigenlijk niet klagen.

Specificaties

Vermogen204 pk
Overbrenging7-traps automaat
Aandrijvingvoorwiel
Gewicht1 285 kg
Topsnelheid242 km/u
Prijs testwagen€ 34 500
Prijs basismodel€ 30 500
0 tot 100 km/u6.60 sec
Gemiddeld testverbruik7.00L/100km
Min. kofferinhoud210 L
Rijtaks0

Reactie toevoegen

Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.

Inloggen