Cabrioland krimpt iedere zomer weer een beetje in. Zo zijn er niet alleen steeds minder constructeurs die open modellen aanbieden, maar bieden zij die er wél nog aanbieden er ook steeds minder exemplaren van aan. Kijk bijvoorbeeld maar naar Mercedes, dat eerder al inzag dat het zijn SL, zijn S-Klasse Cabriolet én zijn AMG GT Roadster kon combineren tot één model — de nieuwe SL — en dat trucje doen ze nog eens over. Zeg dus maar vaarwel aan de C-Klasse Cabriolet en de E-Klasse Cabriolet…

C-looks, E-maten

Dit is namelijk de nieuwe Mercedes CLE Cabriolet en die moet het midden zoeken tussen wijlen de open versies van de C- en de E-Klasse. Die twee delen namelijk hun MRA II-platform en dat is dan ook de basis die je onder deze CLE vindt. Ook qua design is het trouwens moeilijk om te bepalen of je nu meer naar een C-Klasse dan wel naar een E-Klasse kijkt en zo weet deze CLE toch maar mooi beide doelgroepen aan te spreken. De snuit neigt bijvoorbeeld meer in de richting van een C terwijl de achterpartij meer E uitstraalt en met zijn lengte van 4,85 meter is de CLE op een haar na even lang als de uitgaande E-Klasse Cabriolet.

Dat maakt een vergelijking met de BMW 4 Reeks Cabrio dubbel zo interessant want dat was voorheen vooral een concurrent van de C-Klasse Cabriolet en slechts in mindere mate van de E-Klasse Cabriolet. Zo is de BMW bijna 10 centimeter korter dan de CLE en dat valt er in zekere zin ook aan te zien. Onze Mercedes had bijvoorbeeld wel een AMG-pakket mee maar met zijn verchroomde rand rond de cabine kan je niet naast zijn meer luxueuze nadruk kijken. De BMW kiest daarentegen voluit voor sportiviteit en dat benadrukte ons exemplaar des te meer met zijn felrode remklauwen en verduisterde details. Sinds de facelift kan je zelfs de koplampen in een donkerder tintje steken en jawel: ook daarvan was de onze natuurlijk voorzien.

Een spoiler… boven de voorruit?

Binnenin zijn de twee dan weer aan elkaar gewaagd en dat is ook geen toeval. Zo deelt de 4 Reeks zijn dashboard natuurlijk met de 3 Reeks terwijl de CLE het gros van zijn interieur niet bij de E- maar wel bij de C-Klasse haalt. In essentie kijk je hier dus naar cabines uit hetzelfde segment, met als enige verschil dat die van de CLE een stukje recenter is. Reken dus meer klassieke knoppen in de BMW, al kegelde die facelift van daarnet er toch weer een paar buiten. In de ‘Benz moet je het dan weer stellen met een rijtje aanraakgevoelige sneltoetsen terwijl de rest van de bediening wordt overgenomen door een infotainmentdisplay van 11,9 inch, dat je trouwens kan kantelen om storende reflecties te vermijden.

Dat is ook niet het enige dat ze bij Mercedes gedaan hebben om je comfort te verzekeren met het dak omlaag, wel integendeel. Zo krijgt de CLE, net als de E-Klasse Cabriolet voor hem, een elektrisch bediend windscherm achter de cabine én een heuse ‘Air Cap’. Dat is in principe een spoiler die uit het frame van de voorruit rijst en dat zorgt voor minder windgeruis aan hoge snelheden, al ziet het er stiekem spuuglelijk uit van buitenaf. Wat je er echter ook van vindt: je krijgt het niet in je BMW. Daar moet je handmatig een windscherm boven de achterbank installeren als de pleb die je bent, en dan kan je ook geen achterpassagiers meer meenemen… Al was je dat vast toch niet van plan want terwijl je achterin de CLE Cabriolet nog net genoeg plek vindt, neigt de 4 Reeks Cabrio toch nét wat meer naar de ’2+2’.

Comfort vs. sportiviteit

Is de Mercedes dan duidelijk de betere van de twee? Wel, dat hangt een beetje van je voorkeur af want we hebben het nog niet over het rijgedrag gehad. Op dat vlak speelt de BMW echter wel een beetje vals want wij reden ‘m als 430i xDrive, met een 2.0-benzinemotor dat 245 pk en 400 Nm koppel richting de vier wielen stuurt. Dat is genoeg om de 100 km/u aan te tikken in 6,3 seconden. Onze CLE 200 had ook een 2.0-literblok maar dat hield het bij 204 pk en 320 Nm koppel op de achterwielen en een 0-naar-100-tijd van 7,9 seconden. Het spreekt dus voor zich dat de BMW de sportievere van de twee is, maar dat dankte ons exemplaar niet alleen aan z’n extra vaart.

De 4 Reeks stuurt namelijk vlijmscherp, ongeacht of hij een vast dak of een stoffen kap draagt. Ook de M Sport-ophanging van onze 430i xDrive droeg zijn steentje bij, al vervloek je die dan wel wanneer je over een slechter wegdek of een stel drempels moet geraken. Daar komt de Mercedes beter tot zijn recht als comfortabele cruiser, al had een béétje meer sportiviteit misschien wel gemogen. Zet je je voet namelijk neer, dan hoor je stiekem meer gefluit van de turbo dan dat je die vierpitter hoort brullen. De BMW blaast daarentegen een lekker naturelle roffel door z’n uitlaten, zelfs zonder zes-in-lijn.

Meer geld, meer uitrusting

Bovendien is de achttraps automaat van de 4 Reeks een stuk alerter dan de negenbak van de CLE en ook het mildhybridesysteem van die laatste neemt een stukje beleving weg. De Mercedes schakelt namelijk om de haverklap de motor uit bij het uitbollen waardoor je toch weer een fractie van een seconde langer moet wachten wanneer je weer gas gaat geven. De voordelen daarvan laten zich echter wel merken in het verbruik want naast een comfortabele is de CLE 200 ook een relatief zuinige cruiser. Ondanks hem toch wel eens op z’n staart getrapt te hebben, eindigden we namelijk op een gemiddeld verbruik van 7,4 l/100 km. De BMW liet dan weer een volle liter meer optekenen, al zit zijn vierwielaandrijving daar natuurlijk ook voor iets tussen.

Ook de prijzen zijn uiteraard niet onbelangrijk want we zeiden het al: de CLE is niet alleen een C- maar ook een beetje een E-Klasse Cabriolet. Daardoor is de Mercedes dan ook de duurdere van de twee want als basis-CLE 180 kost die meteen al 64.130 euro. Bij BMW kost de goedkoopste 4 Reeks Cabrio je daarentegen 59.990 euro en voor dat geld krijg je ook meteen een sterkere 420i mee. Qua standaarduitrusting neemt de CLE dan weer net het voortouw want daar krijg je bijvoorbeeld meteen een ‘Air Scarf’ mee die warme lucht in je nek blaast, terwijl je voor een soortgelijk systeem bij BMW moet bijbetalen. Rust je beide auto’s echter gelijkaardig uit, dan blijft de Mercedes de duurdere.

Conclusie

De BMW 4 Reeks Cabrio en de Mercedes CLE Cabriolet mogen dan in hetzelfde segment spelen maar ze zijn toch op een ander publiek gericht. Zo moet de CLE ook eigenaars van een E overtuigen en dat doet hij met wat meer luxe dan de BMW. Die laatste pakt dan weer uit met flink wat extra rijdynamiek en dat gaat af en toe ten koste van het comfort. Kortom: koop de 4 Reeks Cabrio als je lol wil trappen in openlucht, en de CLE Cabriolet als je daar vooral wil cruisen… Op voorwaarde dat het net wat meer mag kosten, wel te verstaan.