In een poging de koningsklasse van de rallywereld te vergroenen introduceerde de FIA Rally1-hybridewagens in 2022. Een nobele poging die er evenwel voor zorgde dat de kosten de pan uit swingden en de interesse voor het kampioenschap een serieuze duik nam. Met enkel Ford, Hyundai en Toyota die vlot 1 miljoen euro veil hadden per auto aan de startstreep. Per 2025 moet het WRC terug... simpeler.

Simpeler, bruter

Die simplificatie slaat niet enkel terug op de auto's, ook het gehele kampioenschap moet vrijer zijn voor de organisatoren. Maar eerst even over die auto's. Vanaf 2025 is er geen verplichting meer om hybridetechnologie te gebruiken. Daarnaast moeten de auto's lichter worden, minder steunen op aerodynamica én wordt het vermogen geplafonneerd op 330 pk. De maximale prijs van een auto mag nog 400.000 euro bedragen.

In 2026 gaat het WRC nog een stapje verder, want dan zullen alle auto's uit de hoogste klasse gebouwd moeten worden op een gedeelde monocoque. Constructeurs krijgen wel de vrijheid om een eigen carrosserie met spoilergeweld te ontwerpen. Op termijn komt er naast de Rally1-klassen ook nog een compleet elektrische klasse. Al blijft de FIA daarover nogal vaag.

Aan de kant van de organisatie van de lokale etappes krijgen organisatoren meer vrijheid voor het uitstippelen van de routes maar moet er een centrale "Parc fermé" worden ingericht zodat die tijdens het event niet meermaals moet verplaatsen. Tenslotte nog een eigenaardige nieuwe regel in de spelregels vanaf 2025: "deelnemers worden verplicht hun auto te verkopen na de finish parc fermé van een WRC-evenement als er interesse is"*. Hoe dat in de realiteit gaat uitdraaien is niet helemaal duidelijk.