Laat ze tegenwoordig maar uitpakken met Gran Turismo's, Sportbacks en CLS'en. In de jaren '70 en '80 had elk merk wel een wagen wiens kofferklep de achterruit bevatte. In het geval van deze Opel Monza was het zelfs een coupé.
Als basis voor de Monza diende de Senator, die in de eerste generatie dan weer op een verlengd platform van de Rekord stond. Geen wonder dus dat Opel beide modellen karakteristieken liet delen. Zowel qua vormentaal als qua inhoud waren ze gelijkaardig, al zag de Monza er een stuk aantrekkelijker uit.
Onder de kap plaatste Opel een aantal dikke motoren, voor die tijd voorzien van stevig wat vermogen. De kleinste motor kreeg een topsnelheid van 185 km/u. Niet slecht gezien het vermogen, al moet je rekening houden met het lage gewicht van 1335 kg voor een auto van 4,7 meter lengte. Als basismotor werd gekozen voor de 2.0 E (115pk), daarboven stond de 2.5 (130 pk). Helemaal bovenaan vonden we de GSE terug, voorzien van een 3.0 zescilinder benzinemotor met 180 pk. Het ging om een speciale reeks die in 1982 het licht zag en onder andere Recaro-zetels als extra meekreeg, alsook een sportiever chassis. Opel zag ook de kans om haar aparte digitale instrumentenpaneel te introduceren. Toch bleek de Monza niet bij de snelste van de klas. Een Rover SD kon hij nog bijbenen, de BMW 6-reeks en Jaguar XJ-S moest hij laten voorgaan, al speelden die wel een klasse hoger.
De Monza werd van 1983 tot 1987 verkocht. Gedurende die periode werden 47.003 exemplaren gebouwd. Zowat 144 exemplaren werden omgebouwd tot cabriolet door Keinath. In 1987 werd de Senator B uitgebracht en verdween de Monza van het toneel. De Lotus Omega werd als zijn opvolger gezien.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen