In de jaren '70 zorgde Bertone met de Volvo 262C voor een coupé op basis van de robuuste Volvo 242/244/264. Hoewel de proporties vanwege een verlaagd dak en grotere portieren wat gewijzigd waren ten opzichte van de berline, viel het verschil de gewone man weinig op. Na het einde van de productie in 1981 kwam Volvo in 1985 met een nieuwe coupé naar de autoshow in Genève, de 780 op basis van de 740/760-reeks. Volvo deed nogmaals beroep op Bertone die ditmaal een veel afwijkender ontwerp uit de hoed toverde.
De wagen werd volledig opnieuw ontworpen en valt op door zijn rankere B-stijl en iets lagere daklijn. De wagen was vooral bestemd voor de Amerikaanse markt waar Volvo de verkopen wat wilde opschroeven. Dat zie je aan de harmonica bumpers die toen verplicht waren in Amerika en ook aan de bouw van de koplampen, die veel weghadden van de Amerikaanse versies van andere Volvo's uit die periode. Ook de viertrapsautomaat werd op het lome rijgedrag van de gemiddelde Amerikaan afgesteld.
Volvo wilde de 780 als topmodel profileren. Hij moest comfortabeler, exclusiever en daardoor ook duurder worden dan de 740/760-modellen. Onder de kap plantten de Zweden dan ook een 2.8 V6 motor aangeboden (150 en later 175 pk) met daarnaast een 2.4 Volkswagen zescilinderdiesel, voorzien van 129 pk. Naderhand werd ook een 150 pk sterke 2.0 turbo benzinemotor aan het gamma toegevoegd, tegen het eind van zijn carrière was er ook een 2.0 met 200 pk. Oorspronkelijk zou Volvo de 2.4 V6 motor van Renault gebruiken maar dat plan ging in rook op toen bleek dat de motorruimte te klein was voor de motor, waardoor die vrij snel warm liep. De wagen werd voorzien van - voor die tijd - allerlei snufjes als airco, elektrische ramen en spiegels, eveneens elektrische zetelverstelling en open dak. De elektrische zetels bleken af en toe wat kuren te vertonen, tot groot ongemak van de klanten. Vanaf 1989 kreeg de Volvo 780 ook Volvo's Nivomat, onafhankelijke demping voor de achteras ter beschikking. Volvo stond er ook op dat de carrosseriedelen bij de productie (bij Bertone) dubbelgegalvaniseerd werd, om roestvorming te voorkomen.
Met een voorziene productie van slechts 1.000 stuks per jaar laat de Volvo 780 een officieel aantal van 8.518 stuks noteren. In 1987 en 1988 werden telkens 2.344 exemplaren geproduceerd. Niet alle exemplaren zijn behouden gebleven, deels omdat wisselstukken vrij moeilijk te vinden zouden zijn. Veel 780's werden in Italië verkocht, dus de kans bestaat dat een aangeboden wagen hier helemaal werd ingevoerd uit Italië. Daar durfden ze vrij vaak de carrosserie herspuiten om enige mankementen te verbergen. Toch sprongen ze vaak nonchalant om met het herspuiten. Best even op letten als je naar een occasie-exemplaar gaat kijken. De laatste modellen van de 780 zouden de interessantste zijn, vanwege de comfortwinst dankzij de Nivomat aparte achterophanging. Erg vaak kom je ze niet tegen in België en als dat wel zo is, betaal je zowat 7.000 euro voor je exclusieve Zweedse coupé.
De Volvo 780 werd gebouwd tot 1991. Vanaf dan gaapte er een gat in het coupé-aanbod van Volvo, waar de 480 een heel ander publiek aansprak. Pas in 1995 werd dat gat weer opgevuld door de C70, een model waarvan zijn opvolger nu nog steeds dezelfde benaming draagt.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen