Rijtest: BMW 220i Coupé

Een aantal weken terug hadden we de 220d in onze testgarage staan. Die liet zien dat je plezier met een zuinige motor kan combineren en onderscheidde zich van zijn voorganger door wat extra ruimte. De 220i krijgt er wat pk en Nm bij en laat je daarmee zien dat ook de benzinevariant voor plezier kan zorgen.

doe mij er maar twee

Met de zweier heeft BMW de coupé gescheiden van de hatchback. Uiterlijk vertoont hij nog steeds gelijkenissen met de 1 Reeks, de coupé is tegenwoordig wel zowat 7 cm langer dan de hatch. Dat vertaalt zich in betere proporties, waardoor de aangeplakte kont die de vorige generatie leek te hebben verdwijnt. Achteraan is het nog even wennen, al zijn de achterlichten minder voor discussie vatbaar dan bij zijn voorganger. Kortom, BMW heeft de achterzijde in harmonie met de rest van de wagen gebracht.

Image

Het interieur is in grote lijnen hetzelfde als in de 220d, of wat had je gedacht? Opvallend verschil met de 20d is de versnellingspook. Daar was het nog een automaat, hier moet de manuele zesbak in de 220i voor meer rijplezier zorgen, maar daarover later meer. Ook merkten we de schrijffunctie op de knop van BMW's iDrive op. Die lijkt nauwkeuriger te werken dan bij Audi, waardoor je je letters iets minder nauwkeurig kan vormen en het systeem ze toch herkent.

Image

dapper baasje

Hoewel hij zich nerveuzer laat rijden dan zijn dieselbroer, blijven de diepere rijsensaties wat achterwege. Deels door de relatief kleien longinhoud. Hij is niet traag, een tijd van 7 seconden van 0 naar 100 km/u is iets waar sommige Hot Hatches nog mee uitpakken, hij voelt gewoon niet snel. Dat komt door de isolatie die BMW de wagen eigen maakt en de turbodruk die de motor uit toeren houdt aangezien het koppel al bij lage toeren (vanaf 1.250 rpm) beschikbaar is.

Image

Daarom was het ook tijdens onze test wat zoeken naar de speelkameraad die in de 220i verborgen zit. Vanaf 4.000 toeren hoor je de motor lekker meespelen, al zit je dan in tweede versnelling al tegen de 70 km/u-streep aan te schurken, pas vanaf 5.000 rpm laat deze BMW al zijn paardjes los. De turbo-pssjt dan maar, die hoor je lekker als je het gas lost om op te schakelen. Het zijn de kleine dingen waarin je je speelkameraad herkent bij deze 220i.

breek uit jezelf

In navolging van onze test met de 220d wilden we wel eens weten waar de veiligheidssystemen ingrijpen bij de 220i. De wagen zelf gedraagt zich iets speelser, maar als de systemen zeggen dat het gedaan is met spelen, moet je luisteren. Ook met de dynamische tractiecontrole uitgeschakeld heb niet heel veel speelruimte over, al durf je wel eens uitbreken. De handbak verandert daar niet teveel aan. Verder ervoeren we een comfortabele reisgezel die een pak grotere dorst toonde dan zijn dieselbroeder met hetzelfde vermogen. Met goed 8,0 l/100 km - nog steeds respectabel, gezien het vermogen - rondden wij onze testperiode af, al moeten we eerlijk toegeven dat we niet vaak in EcoPro stand hebben rondgereden.

Image

conclusie

Je hoeft niet bovenaan de ladder te staan om jezelf uit te leven. Dat bewijst deze basisversie van de 220i. Al klinkt het woord 'basisversie' ons met 184 pk en een prijskaartje van 44.575 euro (incl. opties) wat kil in de oren. We vinden het veel geld voor een speelse kleine coupé, die verder goed meekan als comfortabele reisgezel. Af en toe kan je hem ertoe brengen zijn speelse kant te laten zien, al hou je daar best de nodige trucjes voor boven.

Image