Rijtest: Skoda Superb Combi 2.0 TSI

In de zwarte livrei overtuigt deze wagen sommige mensen ervan dat er een Mercedes voor hun neus staat. Met een prijs van een dikke 37.000 euro is het geen budget-skoda meer, maar ligt hij nog steeds mijlenver van een Duitser-met-ster met dezelfde afmetingen. Achteraan spiegelt de 2.0 TSI zich aan de krachtigere V6 door de vier uitlaten over te nemen. Het interieur krijgt wat harde en koude materialen mee, al moet weer gezegd dat deze in de topversie tot een minimum beperkt blijven. Wie de lederen zetels achterin in combinatie met de gescheiden airco aantreft, merkt dat hij niet met een gewone Skoda te doen heeft. Verder blijft deze Superb binnenin hetzelfde als de Combi die we eerder testten, op één knopje na, de Park Assist.

Dit knopje zorgt ervoor dat de grote wagen in het kleinste plaatsje geraakt. Je schakelt het in, rijdt langzaam langs een rij geparkeerde auto’s en wacht tot het systeem het geschikte plaatsje aanduidt op het schermpje. Je schakelt in achteruit en laat het stuur los. Sneller dan je schaduw manoeuvreert het systeem de wagen in de plek, al bleek tijdens onze test dat sommige borduren aan het oog van de parkeersensoren ontsprongen. Met als gevolg dat je met één wiel op de borduur staat. Het systeem kent de grenzen van de sensoren erg goed, zodat elke centimeter benut wordt. Zorg er achteraf wel voor dat je als laatste uit de rij vertrekt, want het systeem hielp ons enkel bij inparkeren, uitmanoeuvreren moet je zelf kunnen.

De kofferruimte van deze wagen is met zijn 633-1865 liter enorm te noemen. Zonder neergeklapte achterbank pasten er al twee kinderzitjes in in de dwarsrichting, met nog extra ruimte voor wat spullen. Dat zulke diepe laadruimte niet altijd handig blijkt, konden we ervaren toen we wat losse spullen in de koffer legden, zonder gebruik te maken van het handige opbergsysteem.

De motorisatie uit deze testwagen kennen we al uit de Skoda Octavia RS. Ook in de Volkswagen Golf GTI vinden we deze terug, zij het met 11 pk extra. Dat ze hem bij Skoda nu ook in de grotere Superb lepelden, maakte ons benieuwd. Met de 200 pk komt hij nog steeds goed van zijn plaats, al gaat de sprint van 0-100 km/u nu in 7,9 seconden. De motorisatie koppelen aan de DSG-bak lijkt in deze wagen een erg goed idee, de bak schakelt comfortabel en soepel, zeker in D-stand. In dit soort wagen ben je weinig geneigd de S-stand te gaan gebruiken.

Doe je dat wel, dan krijg je een lekker alerte motor-versnellingsbak-combinatie. Het stationair toerental gaat niet automatisch wat de hoogte in bij een switch van D naar S, zoals bij de Octavia RS wel het geval was. Wie de wagen goed in toeren jaagt, krijgt een rauwe en hese klank te horen, iets wat we niet bij het type wagen vinden passen. Dan lijkt de keuze om de V6 nog in het gamma te houden niet zo onterecht. Ga je het gaspedaal geselen, dan krijgen de voorwielen het af en toe lastig met het vermogen. Kick-down vanuit stilstand zorgt voor wielspin maar ook bij hernemen aan 60 km/u vinden de wielen niet direct volledig contact met de grond en geven ze niet dadelijk vertrouwen aan de chauffeur. Met ons gemiddeld verbruik van 10 liter zaten we 2 liter boven het opgegeven gemiddelde verbruik, al kwamen we tijdens onze eco-run (voor zover dit gaat met zulk een vermogen) tot een gemiddelde van 8,2 liter per 100 km.

Dat de Superb Combi in 2.0 TSI-uitrusting niet de RS-badge meekrijgt, merken we aan de ophanging. Die is gelijk aan die van elke andere Superb Combi en stelt vooral comfort voorop. Bij verkeersremmers word je de vrij lange wielbasis gewaar, toch is de lokale demping van oneffenheden goed uitgewerkt. Mede door de comfortabele afvering heb je weinig de neiging om de DSG in S-stand te gaan gebruiken. De geleverde prestaties zijn ruim voldoende bij rustig rijgedrag.

Voor 37.000 krijg je een erg goed uitgeruste Skoda mee, eentje waarop je eigenlijk geen extra opties meer aan wil toevoegen. Het Park Assist-systeem is handig, maar werkt slechts in één richting. Terwijl de 2.0 TSI met DSG-bak in de Octavia RS een erg sportieve indruk naliet, zien we hier een karakter dat meer op comfort gericht is. Sportief rijgedrag kan, maar geeft in deze wagen geen voldaan gevoel achteraf. Daarom zouden we opteren voor een motorversie kleiner, de 1.8 TSI met 160 pk, die we in de Audi A5 ook tegenkwamen.

Tekst: Sven Geiregat

Foto's: Nathan Gevers

Met dank aan Skoda Import voor de testwagen