Automerken lenen hun wagens maar wat graag uit aan artiesten om er unieke kunstwerken op wielen van te maken. Bij BMW heb je bijvoorbeeld de Art Cars, zustermerk MINI werkt dan weer graag samen met met lifestylemerk Deus Ex Machina. Het resultaat? Twee twee exclusieve, unieke John Cooper Works wagens, één met verbrandingsmotor (231 pk) en één volledig elektrische wagen (258 pk).

Denken in stereotiepen is verkeerd maar puur voor de wetenschap, laat ons het ons hier toch even doen. Beeld je eens de gemiddelde koper van een BMW in, compleet met zonnebril en haargel. Gelukt? Goed, beeld je dan eens de gemiddelde koper van een Mini in. Die is jonger, toch? Oké, haal nu eens iemand voor de geest die een Rolls-Royce zou kopen. Is die ouder in je ogen? Wel, dan ben je blijkbaar fout.

Wat zijn auto’s toch groot geworden vandaag de dag, hé? Zo hebben we vandaag allemaal een bakbeest van 5 meter lang en twee meter breed nodig, maar ooit was dat anders. Een halve eeuw geleden paste je voltallige gezin bijvoorbeeld nog in een auto met de afmetingen van een luciferdoosje: de Mini. Wel, nu krijg je de kans om terug te gaan naar die tijd van grote inhouden in kleine verpakkingen.

Je weet het of je weet het niet, maar het circuit van Zolder heeft een lange relatie met Mini. Al sinds jaar en dag is de safety car er namelijk eentje van dat merk. Doorgaans is dat dan ook nog een Mini met de magische ‘JCW’-letters achter zijn naam want die John Cooper Works-versies zijn de snelste modellen die de Duitse Britten te bieden hebben. Dat geldt dus ook voor de gloednieuwe safety car voor het circuit, al is die wel op één vlak anders dan voorheen.

Wanneer Mini met zijn nieuwe Countryman begon te plagen, beloofde het merk al dat die meer terreincapaciteiten dan ooit zou krijgen. Zo zagen we hem in teaserafbeeldingen ploeteren door diepe plassen maar bij de onthulling werd al snel duidelijk dat je hem allesbehalve een echte offroader kan noemen.