Blij was ik, toen de éminence grise van de Belgische autojournalistiek in onze podcast bevestigde waar ik al een tijdje van overtuigd was. Tony Verhelle werkt na zijn verplichte pensioen gewoon voort, “omdat er in de laatste vijf jaar in de autosector meer aan het gebeuren is dan de twintig jaar ervoor”. Exact wat ik dacht: er is geen interessantere periode dan vandaag om de autosector op de voet te volgen.

Andere orde

Dat bewees Volvo gisteren, door aan te kondigen dat het vanaf 2030 alleen nog maar elektrisch door het leven wil gaan en dus geen modellen met verbrandingsmotor meer wil verkopen. Nu, Volvo heeft doorgaans een gewiekste marketing- en communicatieafdeling als het op grootse aankondigingen aankomt, maar het nieuws van deze week is van een heel andere orde. Het is de vierde aankondiging op korte tijd van een constructeur die 2030 als startjaar van zijn volledig elektrische toekomst beschouwt.

Eerder deden Bentley, Jaguar Land Rover en Ford al hetzelfde. Bentley en Jaguar Land Rover omdat ze blijven opkijken tegen torenhoge CO2-boetes van Europa en omdat thuismarkt UK tegen 2030 geen verbrandingsmotoren in nieuwe auto’s meer wil. Ford heeft een strategische stok achter de deur gehouden, door voorlopig alleen voor Europa een elektrische toekomst weg te leggen. De Noord-Amerikaanse markt is immers nog niet klaar om de F-150 aan de stekker te hangen. Volvo kan dan weer bogen op de elektrische expertise van eigenaar Geely, en heeft op die manier een lichte voorsprong op zijn premiumconcurrenten.

Volgen verplicht

In interviews bevestigen die premiumconcurrenten, BMW en Mercedes om er twee concreet te noemen, trouwens hun vertrouwen in de benzine- en dieselmotoren en in plug-inhybrides. Ze moeten wel, want ze hebben er recent immers nog stevig in geïnvesteerd, en die investeringen moeten eerst nog worden afbetaald. Ze hebben ook nog afnemers van die klassieke motoren in markten waar elektrificatie een minder actueel thema is, zoals het Midden-Oosten en Azië. Maar neem het van me aan: de komende jaren zullen ook andere merken een voor een zwichten.

Enerzijds omdat ze de hete adem van Europa in hun nek voelen. Was 2020 een eerste kennismaking met de torenhoge CO2-boetes als merken niet aan een gemiddelde uitstoot van 95 g/km geraakten, dan wordt het er in de toekomst niet beter op: de uitstootnormen worden de komende jaren steeds strenger. Anderzijds zijn er heel wat landen binnen en buiten Europa die de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren aan banden willen leggen. Om er maar een paar Europese te noemen: het Verenigd Koninkrijk, Nederland en de Scandinavische landen. Meestal met richtdatum 2030, sommige, zoals Noorwegen, al in 2025. Ook bij ons moeten nieuwe bedrijfswagens vanaf 2026 al elektrisch zijn.

Was 2020 het kanteljaar voor de elektrische auto, dan lijkt 2021 nu al het jaar van de stroomversnelling te gaan worden. Toen ik tien jaar geleden over auto’s begon te schrijven, werden de vijfcilinders bij Volvo langzaam ingeruild voor viercilinders. Over tien jaar spreken we bij Volvo niet eens meer over cilinders. Ik zei het al: er is geen interessantere periode dan vandaag om de autosector op de voet te volgen.