Een compleet feestjaar is 2018 voor het Britse Jaguar Land Rover. Met 50 jaar XJ, 70 jaar Land Rover en 10 jaar onder de veilige vleugels van Tata. Om dat te vieren namen de Britten ons mee op Ingenium-feestje. Want jawel, ook een roedel viercilinders hoort bij de toekomst van JLR.
Goed nieuws voor anglofielen, want 2018 is een belangrijk feestjaar voor de Britse automobiel. De weerslag van Brexit mag dan wel om de hoek loeren, Jaguar Land Rover stuift met de Britse vlag voorop naar ongekende hoogtes. Niet enkel wereldwijd maar ook in onze eigenste België. Op nog geen 8 jaar tijd wist Jaguar Land Rover de verkoop in ons land te vervijfvoudigen. Waardoor Jaguar en Land Rover tegenwoordig in België merken achter zich laten zoals Alfa Romeo en - in het geval van Land Rover - Porsche. Tellen de Britten hun cijfers op, dan steken ze eigenlijk Mini, Mazda en Seat voorbij.
SVO theeservies
Het gaat goed dus met beide merken. En hoewel je de 50e verjaardag van de XJ aan de basis zou kunnen leggen of het 70-tig jarig bestaan van Land Rover aan kan halen, leggen wij vooral het oorzakelijk verband bij Tata... het Indiaas bedrijf dat tien jaar geleden het ouderschap opnam en tegen alle doemsdenkerij in beide merken sterker dan ooit op de kaart wist te zetten.
Met dank aan tonnen geld natuurlijk, zonder twijfel. Geld dat niet naar theeservies of scones ging maar naar het vernieuwen van het gamma bij beide merken. Zowel visueel als technologisch. Een modern Jaguar en Land Rover, dat had Tata voor ogen toen het in 2008 de sleutels in handen nam van beide bedrijven. De rest is eigenlijk prille geschiedenis; met prestigeprojecten zoals de F-Type, Range Rover Sport SVR en de gehele SVO-afdeling. Al was er ook oog voor de massa, met de F-Pace, E-Pace en XE maar vooral... viercilinders.
Ingenium
Jawel, het woord is er uit. Want moest je ergens onder een steen hebben geleefd, zo'n tien jaar geleden teerden Jaguar en Land Rover op dikke V6- en V8-motoren. Er waren wel viercilinders... maar die sluimerden onder de kap van de X-Type en zelfs bij Jaguar hebben ze het liever niet meer over de 'Ford-Jaguar'.
Alleen worden veelcilinders tegenwoordig niet meer gesmaakt. Niet zozeer door de klant in se, wel door overheden die maar al te graag zware taksen leggen op alles dat meer dan vier zuigers in beweging zet. Het antwoord van Tata voor Jaguar Land Rover? De Ingenium-familie. Een rits aan viercilinders - zowel in diesel- en benzinetrim - die stilaan in alle hoeken van de automerken sijpelen. En JLR, die vroegen of we niet op stap wouden gaan met de Ingenium-familie, een uurtje boven Lyon in de buurt van het afgelegen Beaune, zodat we meteen ook het onverharde over konden met de Discovery.
Met de hele familie op stap
Nu, spreken we over familie, dan kan je dit ook echt serieus nemen. XE, XF, F-Pace, Evoque, Velar, Discovery, Discovery Sport en Range Sport tekenden allemaal present. We moesten op een gegeven moment zelfs in een V6 Discovery kruipen om even op adem te komen. Want viercilinders in producten van JLR, het blijft raar voelen. Of we daar mee willen zeggen dat de Ingeniums niet thuis horen in zoiets als een XE of een Range Rover Sport? Zeker niet. Temeer omdat de laatste generatie Ingenium de uit aluminium opgetrokken blokken extra in de verf weet te zetten.
We zouden ons eindeloos kunnen verdiepen in de technische details maar besparen jullie dat liever in ruil voor de rij-ervaring. Toch nog wat cijfers om te stoefen aan de toog van de lokale pub? De benzine viercilinder doet het met 200, 240, 250, 290 en 300 pk (hey, hun keuze, niet de onze), de dieselversie kan teren op 163 pk (fiscaal vriendelijk), 180 pk en 240 pk.
isolatie, graag
Nu goed, die rij-ervaringen dus. Over de benzinevarianten (die we reden in de XE, XF en Evoque) kunnen we duidelijk zijn; het mogen dan wel geen karakterkoppen zijn, ze doen hun werk met verve en blijken vooral in het middenveld uit te blinken door de turbo-set-up. Als je dan weet dat een 8-trapsautomaat van ZF zich ontfermt over de schakelgangen, dan ben je zeker dat Jaguar Land Rover echt wel zeker wou zijn van souplesse. Dit rijdt zoals het hoort te rijden, punt. In het geval van de XE relatief sportief, het lijvige gewicht van zo'n Evoque en Discovery Sport halen die beleving natuurlijk wel wat onderuit.
Bij de dieselversie is er meer discrepantie tussen de modellen. We moeten er dan ook geen doekjes om winden; ze draaien vrij aanwezig onder belasting. Met een niet altijd even aangename dieselratel. De prestaties zijn op punt, dat wel maar het comfort hangt vooral af van de isolatie tussen motor en binnenruimte. Het rare gevolg? Dat pakweg een Range Rover Sport beter om kan met de diesel (wegens kilometers aan isolatie) dan een Jaguar XF. Jep, dat las je goed, zo'n Range Sport weet te verrassen met de viercilinder.
Met twee vingers in de neus
Meer nog, Kries Wabbes, instructeur bij de Land Rover Experience wist ons nog te vertellen dat de viercilinder de betere keuze is op het onverharde. Met dank aan het lagere gewicht tegenover de zescilinder. Ga je vaak aan het trekken, dan wordt het natuurlijk een ander verhaal. Het onverharde dat JLR voor onze voeten - of beter: de vier pootjes - wierp was kinderspel. Niet zozeer door onze kunde, wel door die van de Discovery die dankzij de Terrain Response elektronica, kruipversnelling en oneindig aanpasbare luchtvering op een zondagse wandeling leek. Ook al ploeterden we door modderige sporen, kropen we natte grasbergen op en beklommen we rotswegen.
Een kwatong zou kunnen beweren dat een 2CV ook dezelfde capriolen uit had kunnen halen, alleen is het verbijsterend met welke souplesse en - vooral - comfort zo'n 2.2 ton aan Discovery de rit onderneemt. We durven onze hand er voor in het vuur steken; een Discovery is op het onverharde comfortabeler dan je leasing-Audi A4 met S line-pakket op de Belgische wegen. En dat kan toch tellen, qua vergelijking.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen