Test: Omoda E5 - (niet) klaar voor Europa (2024)

Chinees gigaconcern Chery is geland in Europa, en wel met deze Omoda E5. Dat mag misschien klinken als een kledingwinkel — of twee, om precies te zijn — maar maak je geen zorgen: het gaat hier gewoon om een auto. Een elektrische auto dan nog, maar is dat een elektrische auto die je moet kopen? Wel, nee… Of toch nu nog niet.

Je moet toch echt overàl rekening mee houden wanneer je een nieuwe auto wil lanceren in Europa, niet? Zo wordt ons hele scala aan veiligheidsvereisten medio dit jaar weer wat strenger en waag het ook niet om pakweg groen, wit en rood te gebruiken op een model dat niet in Italië gebouwd wordt, want dan plukt de Guarda di Finanza ze van je boot. En dan heb je nog geen naam voor het ding bedacht. Wanneer het Chinese Chery bijvoorbeeld zijn eerste automerk voor Europa voorstelde, versmolt het de woorden ‘Oxygen’ en ‘Modern’ samen tot ‘Omoda’. Dat blijkt hier echter een kledingwinkel te zijn en hetzelfde geldt voor de naam van hun eerste model: de E5. Maar goed: die twee ketens hebben blijkbaar nog geen formele klacht ingediend dus hier is-ie dan: de Omoda E5!

’meh’

En wat een verschijning is ons dat geworden zeg. Het lijkt wel alsof de ontwerpers van dit apparaat alle greatest hits van het crossoverlandschap in de blender hebben gegooid: stukjes Nissan Qashqai, een snuifje Citroën C4, hier en daar een handjevol Hyundai en met een beetje verbeelding zie je zelfs wat Lexus in de flank… En wat blijkt: als je een stel topgerechten door elkaar mengt, gaat het resultaat daarom niet beter smaken. Ondanks zijn best extreme styling is deze Omoda dus niet iets dat op je netvlies blijft plakken, al is het ook moeilijk om ‘m echt lelijk te noemen. Hij is gewoon een beetje… ‘meh’.

Dezelfde keelklank komt naar boven bij het zien van zijn interieur, al willen we wel even het team complimenteren dat verantwoordelijk was voor het materiaalgebruik. Het dashboard zit bijvoorbeeld best stevig in elkaar en Chery is niet vies geweest van het kunstleer, dat zelfs het grootste deel van de achterportieren bedekt. Het pronkstuk is dan weer die gebogen glasplaat waar zowel het bestuurdersdisplay als het infotainmentscherm achter schuilen en dat ze dat van iemand gepikt hebben, kan je hen niet kwalijk nemen. Letterlijk iederéén steekt zoiets tegenwoordig in z’n cabines… Al zorgen de meeste merken dan wel dat het een beetje intuïtief werkt en daar knelt bij de E5 het schoentje: de menu’s zijn best onlogisch en het instrumentarium is ronduit chaotisch.

Opwarmen voor een dragrace

Nu goed, eens onderweg blijkt de Omoda E5 wel degelijk zijn sterke kanten te hebben. Zo vind je op de vooras een elektromotor met 204 pk en 340 Nm koppel en die haalt zijn stroom uit een accupakket van 61 kWh. Dat klinkt niet als wereldschokkend veel stroomopslag maar daar weet deze EV gelukkig best zuinig mee om te springen. Zo belooft Omoda een rijbereik van 430 kilometer en wij verbruikten inclusief flink wat snelwegkilometers gemiddeld 16,7 kWh/100 km. Dan kom je dus uit op een dikke 350 kilometer rijbereik maar met een beetje moeite zie je de 400 vast wel eens verschijnen op je scherm. Die beperkte accucapaciteit zorgt er dan weer voor dat de E5 voldoende heeft aan een snellaadvermogen van 110 kW om van 30 procent naar 80 procent te laden in een half uurtje — al geven de meeste constructeurs doorgaans een tijd van 20 of zelfs 10 naar 80 procent aan, maar goed: details.

Aan die 204 pk’s heeft deze EV van 1,7 ton trouwens meer dan genoeg, en dat vindt hij zelf blijkbaar ook. Zo versnel je op een droog wegdek naar ’t schijnt in 7,6 seconden naar de 100 km/u, maar tijdens onze testperiode regende het… En dan wordt het pas echt lachen. Zo schrikt je Omoda zich een hoedje als je het gaspedaal eens durft te vloeren aan het stoplicht. Dan wordt al zijn vermogen plots ongecontroleerd op de voorwielen losgelaten waardoor je banden slippen alsof je ze aan ’t voorverwarmen was voor een dragrace. Doe je dat trouwens in een bocht, dan ga je letterlijk alle kanten uit behalve de kant die je wil. Steek je dit dus in handen van iemand die niet weet hoe die dan moet reageren, dan vrezen we gewoon dat het niet goedkomt.

Drie (!) rijstrookassistenten

Dat is enigszins verwarrend aan deze E5 want Omoda heeft zijn elektrische crossover niet bepaald zacht geveerd. Wel integendeel: eigenlijk staat hij best stevig op z’n poten, maar gelukkig ook niet zo stevig dat het te stuiterig wordt. Dit zou met andere woorden de ideale afstelling zijn voor een licht sportieve crossover maar daarvoor is zijn stuurgevoel veel te vaag, is zijn gasrespons veruit te onvoorspelbaar en zit er gewoon niet genoeg balans in het hele onderstel. Het had met andere woorden meer steek gehouden om volop de nadruk te leggen op comfort en die ophanging dus toch maar wat wolliger te maken… En terwijl je bezig bent, Omoda, kan je de tractiecontrole misschien ook iets scherper kalibreren zodat het vermogen wat beter beheerst wordt?

We zouden trouwens zo graag zeggen dat de kinderziektes daar eindigen voor deze Omoda E5, maar eigenlijk zijn we er nog niet. Zo beschikt deze EV om één of andere reden over drie verschillende rijstrookassistenten met lekker vage namen waardoor je niet weet wat ze precies doen. Eén ding is echter zeker: je moet ze allemaal afzetten als je niet de hele tijd wil armworstelen met je stuurwiel. Wij vonden dan weer niet hoe we dat afzetten moesten doen met de remregeneratie en dat wouden we nochtans graag, want die werkt te abrupt waardoor jij en je passagiers gezamenlijk gaan knikkebollen in de file. Verder zou de E5 over een soort actieve noise-cancelling moeten beschikken om rijgeluiden te beperken maar in onze beleving was dit op de snelweg net één van de meest rumoerige EV’s waar we al in mogen vertoeven hebben… En eigenlijk kunnen we zo nog wel even doorgaan.

”Minder dan 40.000 euro”

We lijken nu misschien nodeloos hard voor deze nieuwkomer maar weet je wat? Dat doen we gewoon om Omoda te helpen. Wanneer we de auto terugbrachten, wist de medewerker ons namelijk te vertellen dat we met een soort preproductiemodel onderweg waren. Dat horen we stiekem wel vaker wanneer we wat negatieve ervaringen aanhalen, maar deze keer geloven we dat graag. Zo zou Omoda nog bezig zijn — in een Duits ontwikkelingscentrum, nota bene — om deze E5 aan te passen aan Europese noden en smaken. Met een beetje geluk weten ze het gros van de fouten daar dus nog uit te filteren… En in dat geval helpen wij graag om ze op een paar van die fouten te wijzen.

Dat is ook de reden waarom we bijvoorbeeld nog geen officieel koffervolume te horen krijgen… En geen officiële prijs. Dat maakt het dus onmogelijk om hem met concurrenten te vergelijken want moeten we dan kijken naar een MG ZS EV, of eerder naar iets als een Hyundai Kona Electric? Het enige dat we mochten weten, is dat de topversie zoals wij ‘m reden ergens deze zomer voor “minder dan 40.000 euro” op de markt zal komen. Het is echter aartsmoeilijk om zoals deze auto hier nu staat, te zeggen of die dat geld waard is of niet. Zo beschikt die topversie wel over luxesnufjes zoals elektrisch verstelbare, geventileerde zetels en zowaar een gekoelde inductielader voor je smartphone maar wat ben je ermee als de rest van de auto zo onverfijnd is? Kortom: zorg eerst even dat je E5 helemaal af is, Omoda, en dan kunnen we over geld praten.

Conclusie

De Omoda E5 is hier, maar tegelijk is hij hier nog niet. Zo ontbreken een aantal cruciale cijfers om deze auto met concurrenten te kunnen vergelijken, waaronder ook een prijs. Dat is misschien maar goed ook want had Omoda ons iéts van startpunt voor zo’n vergelijking gegeven, dan is de kans groot dat deze E5 zoals hij hier nu staat hopeloos had verloren. Schaven ze hem echter nog wat bij, dan kan dit wel eens een interessant alternatief worden voor de budgetbewuste EV-koper.