Dat de 2.2 OM651 turbodiesel (in de 250 BlueTec variant zelfs met twee turbo’s) potent genoeg is voor kleinere modellen, daar zijn we ondertussen rotsvast van overtuigd. Nu stopt Mercedes hem echter ook in hun grote, 2 ton zware, luxe SUV. Nog steeds genoeg, of mist hij net dat beetje oompf dat de ML deed onderscheiden?

De M-klasse is sinds zijn introductie in 1997 ondertussen al aan zijn derde generatie toe. Waarbij de eerste nog bekend stond om zijn erbarmelijke bouwkwaliteit (gaten van jewelste tussen de koplampen en de rest van de wagen, bijvoorbeeld) heeft de laatste het raffinement dat je ervan zou verwachten.

Voor het ontwerp werden er voornamelijk elementen afgeleid van de populaire E-klasse. Zo werd de voorkant een pak strakker getrokken en kwamen er LED-lichtunits in de bumper te zitten. De ML staat ook met grote sloefen, dus we raden je dan ook aan om iets door te sparen zodat je kan afstappen van de erbarmelijke standaard 17”ers naar (bijvoorbeeld) de in het AMG pakket (3.086 euro) zijn inbegrepen.

Andere tijden

De tijd waarin grote SUV's zoals deze werden beoordeelt op hun terreincapaciteiten is ondertussen al lang voorbij. Het interieur is het nieuwe strijdtoneel geworden met om-ter-beste zetels en de meeste technologische snufjes. Ondanks de instapmotor in ons exemplaar was het vanbinnen alles behalve entry-level. Het tabakbruine leder – hoe bourgeoisie het ook mag zijn – werkt schitterend samen met de wortelnotenhouten sierinleg. Ga je de ML echter vergelijken met de laatste generatie X5 valt hij door de mand op het vlak van kwaliteit, afwerking en gebruiksgemak.

Met 690 liter (tot 2.010 met ingeklapte zetels) is de koffer ineens ook de grootste in zijn klasse, bij het eerste getal zelfs maar liefst 40 liter groter dan de nieuwste BMW X5. Hoe langer we met de ML reden hoe meer zin we kregen om nog eens op reis te gaan maar helaas, wegens tijdsgebrek moesten we genoegen nemen met een weekendje in de Ardennen.

Tweetonner, tweeliter

Met een sprintcijfer van 9 seconden is de ML 250 BlueTec zeker geen slak maar voor een sportief rijgedrag in de bochtige wegen rond Vielsalm stelde hij toch stiekem teleur. De 2.143cc sterke twinturbo (een kleinere turbo voor snelle reacties, een grotere turbo voor hoger in de toerentallen) produceert 204 pk bij 4.200 toeren en maar liefst 500 Nm aan koppel bij 1.600 toeren. De automatische zevenbak jaagt de tweetonner vlot door al zijn versnellingen naar een topsnelheid van 210 km/u.

Tegenover concurrenten zoals de X5 is de ML duidelijke een pak minder dynamisch ingesteld. Niet iedereen wilt zoals een hot hatch de bocthen ingaan, denkt Mercedes, en daar hebben ze groot gelijk in. Qua koetswerkrol moet hij onderdoen voor de Cayenne en de X5, maar in algemeen rijcomfort blinkt hij dan weer uit. Probeer je dan ook niet te ergeren in de bochten, omkantelen zal hij heus niet doen. Met de variabele sturing is hij ook verrassend lichtvoetig tegen lage snelheden, ook rol- en weggeluiden blijven spectaculair afwezig uit de cabine.

Volgens de papieren heeft de ML genoeg aan 6 liter per 100 kilometer, een beetje een higgs-boson getal: het is er, maar het bereiken doe je toch nooit. Als we echt onze best deden kwamen we nog maar aan 7,7; gemiddeld mag je echter rekenen op een 8,5.

Prijzenpolitiek

In dagelijks verkeer moet de ML zeker niet onderdoen voor zijn 350 BlueTec broer die 3.000 euro meer kost. Reken daar het verschil aan de pomp nog eens bij en het plaatje klopt helemaal. Een ML250 BlueTec heb je vanaf 57.475 euro, voor een exemplaar zoals de onze zit je aan 70.000. Enige nadeel: betaal je zoveel geld voor een luxe SUV, heb je nog steeds geen xenon lichten.