Een viercilinder voorin een Range Rover? Heiligschennis! Maar is dat eigenlijk wel zo? We deden nog de test met de 240 pk sterke SD4 voorin de Range Rover Sport. Een blok dat met de nieuwe WLTP-cyclus terug zal verdwijnen. Collectioneursgerief dus.
Meteen een kanttekening, want een vier-in-lijn voorin een Range Rover is helemaal geen nieuwigheid. Met dank aan de Evoque die al sinds 2011 in de Range Rover-familie mag rondtoeren met vier cilinders voorin. Dan is er nog de komst van de Velar, een Range die stiekem op het onderstel van de Jaguar F-Pace staat, waardoor er uiteraard plaats is voor viercilinders. En we durven er zelfs prat op gaan dat die Velar er voor gezorgd heeft dat de Sport ook tijdelijk een viercilinder onder de kap kreeg, want het prijsverschil tussen beide rakkers zou zo hoog oplopen - in het nadeel van de Sport -, dat niemand nog de bestelbon van een Range Rover Sport zou tekenen.
Zo'n scheermachinemotor, graag
Want je weet het misschien niet maar België is zowat de koploper in Europa als het aankomt op 'een zo klein mogelijk motor in een zo groot mogelijk auto' te bestellen. Natuurlijk willen we allemaal in een dikke Audi A6 of Mercedes GLE rondtoeren... maar een dikke motor hoeft heus niet voorin. Gevoed door de leasingmarkt, waar pk's ondergeschikt zijn aan een lederen interieur en parkeersensoren. Kan je iemand ongelijk geven? Want heb je een koppelrijke V6 nodig om elke dag naar het werk te file'ren? Ik dacht het niet. Een scheermachinemotor met net genoeg peut om je doorheen de accordeonfile te loodsen, dat is de Belgische manier van leven.
Waardoor je niet kwaad kan zijn op Land Rover als ze besluiten een instituut zoals de Range Rover Sport uit te rusten met vier cilinders die dieselvocht slikken. Daarenboven; 240 pk en 500 Nm zijn verre van doodse cijfers, ook al moeten die 2 ton in beweging krijgen, toch?
Blah, geen boom
Wel, laat ons zeggen dat de Ingenium-motor - want zo noemt Jaguar Land Rover haar uit aluminium opgetrokken viercilinder diesel - zijn werk naar behoren doet in de Range. Verrassend zelfs. Want het wat luidruchtige karakter van de viercilinder wordt helemaal in de kiem gesmoord door de kilo's aan isolatie tussen motorbaai en interieur. Dat het blok vaak z'n longen leeg moet blazen om te kunnen volgen merk je dan ook enkel aan de toerenteller voor je neus. Komt nog eens bij dat de Ingenium graag toeren vreet, mijlenver van de gezapige toerenstijgende V6-diesel die je ook in de Sport kan krijgen.
Het past de Sport-variant van de Range Rover wel, die viercilinder. En met een sprinttijd van onder de 9 tellen is 'ie meer dan kwiek genoeg om de file te trotseren. 'Sportieve' prestaties moet je evenwel niet verwachten. Want eenmaal op snelheid is het meer blah blah dan boem boem en kiest de 8-traps automaat van ZF vaak op goed geluk een versnelling in de hoop daar nog wat kracht te vinden. Idem als je vanuit stilstand afdraait op een verkeerspunt, dan weet de bak vaak niet of 'ie dat nu in eerste dan wel tweede moet doen. Waardoor je na wat twijfel wordt getrakteerd op een stuwing aan kracht en gebalde vuisten van omstaanders voor je baldadig rijgedrag.
Voor het dranghek, niet achter
We weten het, we zouden mee achter het dranghek moeten staan met hooivork en mee leuzen moeten scanderen genre: 'Een viercilinder Range Rover Sport is moord!' Alleen, krijgen we dat niet over ons hart. Want zelfs met de viercilinder blijft de Sport zo'n comfortabele automobiel dat je elke rit even vergeet wat de wereldproblemen zijn, dat je schoonouders 's avonds op bezoek komen en dat D. Trump weer één of ander land heeft geschoffeerd.
Het plaatje klopt dus gewoon. Temeer omdat deze viercilinder de prijs van de Range Rover Sport doet zakken met dik 5.000 euro en je maar de helft aan jaarlijkse rijtaks kost tegenover de V6-diesel met 211 pk. Alleen... hadden we stiekem gehoopt 'm iets zuiniger aan de pomp te kunnen parkeren. Want met een verbruik van tegen de 9-liter is 'ie amper zuiniger dan die net aangehaalde V6. Het gevolg van het harde labeur dat de Ingenium uit moet voeren natuurlijk.
Range-orde
Daarnaast profiteert deze viercilinder natuurlijk van al het goede dat de RR Sport natuurlijk al aan boord heeft. Denk dan aan een gigantisch ruimtegevoel, comfortabele zithouding (lees: hoog & droog) en 2018-esque snufjes zoals een head-updisplay, fileassistent, dodehoekwaarschuwing en Android Auto & Apple CarPlay verstopt achter een 10-duims multimediascherm.
Nu we toch over tierlantijntjes aan het praten zijn, we krijgen het gevoel dat ze er bij Land Rover een erezaak van wouden maken om klanten die toch voor een V6 of hoger gaan een hart onder de riem te steken. Want de viercilinder-Sport valt te herkennen aan een nogal zielig naar beneden stekende uitlaat aan de rechterkant van de achterbumper in plaats van een einddemper aan weerszijde van de bumper. Range-orde moet nu eenmaal blijven bestaan.
Conclusie
Een combinatie die op papier niet zou mogen werken maar dat in de realiteit wel doet. Toegegeven, het blok wordt serieus aan het werk gezet maar het overvloedig gebruik van isolatiematerialen laten dat niet doordringen in de cabine. Waardoor het comfortgevoel blijft staan. Je gemiddelde verbruiksmeter steek je evenwel best ver weg, want veel zuiniger dan de V6-diesel is deze i4 niet. Waardoor deze SD4 in de nieuwe WLTP-cyclus hoogstwaarschijnlijk een klein drama is. Daardoor binnenkort dus uit roulatie, waardoor het zowaar een verzamelobject kan worden.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen