Oorspronkelijk ontwikkeld in 1964 door Claus Luthe bij NSU Vereinigte Fahrzeugwerke was de K70 bedacht als kleinere broer van de NSU Ro 80. Het grote verschil tussen deze familieleden was de motortechnologie. Waar de Ro80 een wankelmotor had deed de K70 het met een conventionele motor met cilinders en zuigers. Vandaar de eerste letter van de naam trouwens, K, van het Duitse 'Kolben' wat 'zuiger' betekend.

Ze waren van plan de K70 voor te stellen op het Autosalon van Genève in 1969. Alles hiervoor was in orde gebracht maar toen verschenen de rumoeren: Volkswagen zou azen op NSU dat indertijd in de financiële problemen zat. Ook het management had niet veel vertrouwen in de K70 omdat ze vonden dat deze zich te dicht bij de recent gelanceerde Audi 100 bevond. De angst van de werknemers bleek gegrond te zijn. De presentatie werd last-minute afgeblazen en alles van de K70 werd van de beursstand verwijderd, als we de rumoeren mogen geloven zelfs door werknemers van Volkswagen. Enkele weken nadien nam Volkswagen officieel de Auto Union groep over, de koepel over zowel Audi als NSU.

Volkswagen kon die K70 ook wel gebruiken, dachten ze. Hun Type 4 was immers niet zo succesvol als ze hadden gehoopt en een opvolger was dringend nodig. Ze plakten vlug een nieuwe badge op de K70 en stuurden nieuw promo materiaal de deur uit, denkende dat de progressieve K70 met zijn voorwielaandrijving en moderne styling de perfecte manier zou zijn om hun imago een boost te geven.

De productie van de wagen werd ook van NSU's fabriek in Neckarsulm verplaatst naar Volkswagen's splinternieuw Salzgitter complex (waar tegenwoordig enkel nog motoren voor de VAG groep worden gemaakt). Een jaartje later in augustus 1970 rolde de eerste Volkswagen K70 eindelijk van de band, op naar de dealers.

Alleen bleken de dealers helemaal niet voorbereid op de komst van de K70. Waar elke Volkswagen tot dan een luchtgekoelde motor vanachter had brak de K70 radicaal met deze traditie. De dealers wisten niet hoe ze deze wagen moesten verkopen, laat staan onderhouden. Ondanks de verschillende badging bleken kopers de K70 wel eens gelijk te stellen met zijn onbetrouwbare broer, de NSU Ro 80. Een koetswerk dat uiterst gevoelig was aan roest hielp natuurlijk ook niet voor de verkoop.

Bij de lancering lag er een 1603cc vier-in-lijn met 75 pk onder de kap, zeker geen koploper en dat bleek meteen ook een van de grootste kritieken over de wagen te zijn. In 1973 werd er een 1807cc versie geïnstalleerd die met 100 pk veel goed maakte. Alleen had Volkswagen een slecht moment uitgekozen want de lancering van de veel-te-dorstige 1807cc motor viel ongelukkig samen met de oliecrisis van oktober 1973.

In 1973 verving Volkswagen de K70 door de inmiddels gekende Passat al bleef hij in productie tot februari 1975. De productie eindigde met 210.082 exemplaren.