Begin 2018 stelde Audi de R8 RWS voor, een tot 999 exemplaren beperkte reeks van zijn achterwielaangedreven R8. Die krijgt nu een vervolg, en wel in de R8 V10 RWD. Het goede nieuws: de R8 met achterwielaandrijving maakt voortaan een vast deel uit van het R8-gamma.

Meer zelfs: de R8 V10 RWD wordt visueel op dezelfde manier uitgedost als de R8 V10 en V10 Performance. Dat betekent een strakker en vlakker Singleframe-radiatorrooster met de sleuven erboven die we kennen van Audi’s recente RS-modellen.

Twintig van die dertig geëlektrificeerde modellen moeten volledig elektrisch zijn. Daarmee legt Audi de lat voor zichzelf hoger. Vorig jaar sprak het immers nog over twaalf volledig elektrische modellen tegen 2025. De elektrische modellen zullen op het MLB Evo-platform van de E-tron staan, het J1-platform van de Porsche Taycan lenen, het nieuwe PPE-platform inwijden en het MEB-platform van Volkswagen gebruiken.

De elektrische vierdeurscoupé zou het eerste model worden op het PPE-platform. Dat moduleerbare platform ontwikkelen Audi en Porsche samen voor hun luxeberlines en –SUV’s. Standaard zit er een elektromotor achteraan, die kan worden aangevuld door een elektromotor op de voorwielen en worden voorzien van vierwielsturing. Het PPE-platform beschikt over een 800-voltarchitectuur en moet kunnen snelladen aan 350 kW. Het platform moet ook verschillende batterijgroottes toelaten.

Het hoeft natuurlijk niet te verrassen dat Audi’s RS-behandeling bestaat uit heel wat spoilergeweld. Het Singleframe-radiatorrooster met zwart honingraatmotief ligt dieper in de voorbumper en wordt niet omkaderd door een contrastkleur. De forse luchtinlaten en de gleuf tussen motorkap en radiatorrooster zijn ook specifiek voor deze RS Q3 en RS Q3 Sportback.

Daarmee produceerde de fabriek evenwel zo'n 10.000 exemplaren minder dan in 2015, al kreeg Vorst toen wel een extra boost door de facelift van de A1. 105.020 stuks van de Audi A1 en S1 dus, waardoor Vorst bewijst dat het serieus wat kan verzetten. Een positieve boodschap, want eind 2017 stopt de productie van de A1 in Brussel.

We spreken 1997 wanneer de eerste S-variant gebaseerd op een A4 ten tonele verschijnt. Die B5 S4 greep toen nog naar een 2.7-liter V6 biturbo om 265 pk en 400 Nm naar de vier wielen te sturen. Cijfers die ze tegenwoordig in Ingolstadt uit een nagelnieuwe 2-liter viercilinder benzine puren. En dat gloednieuw blok stak voorin onze A4 Avant die - toegegeven - er strakker dan ooit uit ziet.

Met de komst van de nieuwe Mini Cooper was een opfrissing van de Audi A1 nodig, al ga je zoals bij de meeste facelifts tegenwoordig wel een vergrootglas erbij moeten nemen om de veranderingen te kunnen spotten. Een iets anders getekende grille en langere koplampen zijn de enige verschillen die je aan de voorkant kan zien. Aan de achterkant vallen ook de hertekende lichten en een iets scherpere bumper op.

De huidige A6 is aan de tweede fase van zijn levensloop bezig en dat gaat naar goede gewoonte gepaard met een facelift. Die moet de speler uit de hogere middenklasse terug aantrekkelijker maken voor het koperspubliek. In de eeuwige strijd tegen Koning Emissie werd de motoren sterk onder handen genomen.

In deze tijden van xenon-, led- en zelfs laserlichten zou je bijna vergeten hoe armtierig de eerste koplampen waren op automobielen. De kloof tussen gloeilamp en laserlicht is groot, heel groot.

Kijk even mee hoe doorheen de jaren de koplamp is geëvolueerd. Iemand een gokje wat voor schijners er binnen 25 jaar op auto's zitten?

Bij BMW wisten ze begin dit jaar de aandacht te vestigen op de OLED-lichttechnologie met de M4 Iconic Lights concept. Audi zal in september de aandachtsfakkel overnemen met haar concept uitgerust met Oled-achterlichten. Want na laserlichten, is dit dé nieuwe technologie om mee uit te pakken.