Rijtest: Audi S1 VS Mini Cooper S (2014)

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

De MINI Cooper S pretendeert al jaar en dag de ultieme gokart voor de openbare weg te zijn. Tijd voor de Audi S1 om wat weerwerk te bieden. De Cooper S mag al beginnen beven op zijn wieltjes, want Audi is erop gebrand om de fakkel over te nemen.

Je moet maar lef hebben, jezelf uitroepen tot de plezantste Hot Hatch op aarde. Iets waar ze uitmuntend in geslaagd zijn bij de marketingsafdeling van MINI. En eerlijk is eerlijk, de Cooper S is altijd een fijn karretje geweest om mee rond te toeren. Ondertussen begint-ie aan zijn derde generatie sinds BMW wat in de pap te brokken had. Dringend tijd voor Audi om een rivaal in de markt te zetten.

Het moet kloppen

Gek genoeg hebben we vier jaar moeten wachten op een hete Audi A1. Het is te zeggen, al geruime tijd heeft Audi de 1.4 TFSI met 184 pk in het aanbod staan. Een Volkswagen Polo GTI met vier ringen. Origineel moest dit zelfs de S1 worden. Gelukkig gaven de jongens bij Quattro GmbH een dikke ‘njet’ om rustig verder te broeden op een heter model.

Dat model kwam in 2011 in de vorm van de A1 Quattro. Ditmaal wel met vierwielaandrijving, een 2.0 TFSI-motor die 256 pk wist op te wekken en een handbak. Het probleem? Er werden maar 333 exemplaren gebouwd. Daardoor was hij wederom te exclusief om weerwerk te bieden op die verdomde Cooper S van MINI.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Tot nu dan. Want die gekke Quattro-denkpiste van Audi levert de huidige S1 op. Een karretje met wederom de 2.0 TFSI maar met iets minder pk’s. 231 om exact te zijn. Op koppelvlak neemt de S1 dan weer wel voorsprong (durch technik) op de A1 Quattro. Die eerst beschikt namelijk over 370 Nm, het zeldzame karretje doet het met 350 Nm. Eindelijk weerwerk voor de Cooper S

Lets-a-go

Bestaat er dan ook een betere plaats om het duo tegen elkaar uit te spelen dan op een kartingscircuit? Wij denken alvast van niet. Al moeten we toegeven dat onze droom de nacht voordien om Mario Kartsgewijs over het circuit te scheuren meteen doorprikt werd. De kleine karretjes zijn helemaal niet klein meer. Het was zelfs wringen om ze überhaupt het circuit op te krijgen. Niet gek als je bedenkt dat de S1 en derde generatie Cooper S flirten met een lengte van vier meter. Ter vergelijking; dat is bijna een metertje meer dan de originele MINI.

Een logisch gevolg van de maatschappelijke verwachtingen en - zo mogelijk nog belangrijker - het implementeren van steeds meer veiligheidsspullen. Want hoewel je kan klagen dat kleine wagens uit de kluiten gewassen zijn, parkeren wij toch liever een moderne MINI tegen een boom dan een klassiek model. Maar goed, ze tonen alvast lollig op het circuit. Zeker de Cooper S, die zowat een persiflage van zichzelf is geworden. Elk detail wordt er tweemaal uitvergroot en nog eens extra benadrukt door, tja, een ander detail. Voor sommigen is het lijnenspel dan ook iets te rommelig. Al mag je niet vergeten dat een MINI gemaakt wordt om tussen het verkeer uit te springen. En dat doet hij met verve.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Bij Audi moeten we een haarspeldbocht nemen, daar is het subtiliteit troef. Zelfs met zijn rood jasje moet je al een kenner zijn om in vooraanzicht te weten dat dit een S1 is. Achteraan geven de vier einddempers natuurlijk weg dat hij sportieve aspiraties heeft. Nee, het bolleke van Audi laveert zich een stuk subtieler door het verkeer. Een opzet die ze zich eigen hebben gemaakt bij de S-modellen. Al zijn wij gigantische fan van de heerlijke boze koplampen.

Wie wordt de leukste Duitser?

Op papier valt de nieuwe generatie Cooper S met 182 pk en 280 Nm koppel niet te vergelijken met de kleine raket van Audi. Anderzijds legt de ringendrager wel 155 kilo extra in de schaal. Mede door de Quattro-vierwielaandrijving met Haldex-differentieel Al zeggen cijfers niet altijd alles. Het gaat ons namelijk niet zozeer welke van de twee de snelste is, daar draait het ook niet om bij de kleine karren, wel zoeken we de Hot Hatch die het meeste fun weet op te wekken. En laat dat nu net het woord zijn dat je meteen associeert met een Cooper S. Alleszins, in de theorie.

Want hoewel je Audi in dezelfde schuif steekt als bezoekjes aan de tandarts, etentjes met je schoonouders en schoenen kopen, blijkt van het duo de rode kar toch met de pleziertrofee te gaan lopen. Wat een lol heb je in de S1! Precies of de aandeelhouders van Audi hebben op een maandagochtend - met de kater van de dag voordien nog in het hoofd - groen licht gegeven aan leuk speelgoed. Een koekendoos met handbak, Quattro-aandrijving en 231 pk, het blijkt een heerlijke combinatie te zijn. Het stuurgevoel van de Cooper S mag dan een stuk snediger zijn, de S1 filtert dat mooi weg door de overvloed aan grip. Lollige grip, want mits wat extra input en remgebruik weet je de S1 toch zijwaarts te plaatsen. En de Cooper S... die stuitert als vanouds naar de buitenkant van de bocht.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Waar meteen ook het pijnpunt naar boven komt. De Cooper S is nog steeds bikkelhard. Dat moet ook, want die voorwielen moet hun grip kunnen behouden. Echter zorgt dat ervoor dat de voortrein bij stevige acceleratie op betonplaten wel eens onzeker durft te reageren. Versta ons niet verkeerd, bij MINI hebben ze nog steeds een capabel product neergezet. Echter is het een beetje zoals de Golf GTD: weeral meer van hetzelfde, maar dan in een grotere - en zwaardere verpakking. Geef ons dus maar de vorige generatie Cooper S, die had tenminste nog het nodige uitlaatplofplezier. Want hoewel de nieuwe 2.0-liter viercilinder een stuk vlotter rijdt, mist hij wat aan karakter.

Mainstream vs diehards

De Cooper S heeft echter nog één grote troef achter de hand. Met name het interieur. Qua afwerking, materialen en beschikbare technologie mijlenver van de harde plastiek in de S1. De MINI is dan ook een product dat iedereen kan plezieren. Zowel de hippe rakker die leuk speelgoed wilt als de racer die het kunnen van de Cooper S ten volle wilt benutten komen aan hun trekken. Die eerste kan beroep doen op de heads-up-display, automatische rev-matching (waarbij de wagen bij het terugschakelen automatisch een toefje gas geeft voor een vlotter schakelmanoeuvre) en het uitstekende infotainmentsysteem. De racer krijgt stevige stoeltjes (beter dan in de S1), een perfect stuurwiel en een uitstekende versnellingsbak.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

De Audi S1 is daartegenover enkel voor de puristen. Op visueel en tactiel vlak heeft het namelijk binnenin niets om mensen te overtuigen. Degelijk (lees: saai) zoals gewoonweg elke Audi zonder enige vorm van plezier. Het infotainmentsysteem is daarbij zo ontoereikend dat we ons schamen in de plaats van Audi voor het stevige prijskaartje van +3.000 euro. Kan je voorbij al die middelmatigheid kijken binnenin, dan heb je de droom van elke chauffeur die sportieve ritten ambieert. Enkel de losse versnellingsbak vraagt enige gewenning. Een ziekte die ze destijds ook bij Porsche hadden en die menig 911 de berm in heeft gestuurd door bij het afremmen de versnellingsbak in een té lage versnelling te gooien.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Conclusie AUDI S1

Door de aard van de test hebben we besloten om drie conclusies te maken. Twee waarbij we de wagens even apart nemen en dan een vergelijkende conclusie. Voor de S1 kunnen we lovend zijn, gevoed door het feit dat de verwachtingen niet hoog waren. Tonnen plezier, een heerlijke sound, overtuigende remmen en made in Belgium. Chauvinistisch gezien de heerlijkste Hot Hatch die ooit in België is gemaakt. Een toonbeeld dat - als ze het echt willen - Audi fijn speelgoed kan maken.

Conclusie MINI Cooper S

Het vervolg van het succesverhaal, maar dan in een XL-verpakking. Emotioneel gezien verkiezen we de vorige generatie, op vlak van kunnen stijgt deze dan weer een stapje op de ladder. Een mooi voorbeeld dat beter, sneller en harder daarom niet altijd leuker is. Een wagen met ongelooflijk sterke rijeigenschappen die vooral mensen moeten overtuigen die ermee willen uitpakken in de koffiebar.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Conclusie

Een duo dat op papier niet te vergelijken valt. Neem je echter de prijzen erbij en ze komen dicht bij elkaar. Zo vraagt MINI 25.250 euro voor een Cooper S, bij Audi laat je dan weer 29.950 euro achter. Een relatief groot verschil, echter heb je bij de Audi geen enkele optie waar je eigenlijk je geld aan kan geven buiten stevigere stoeltjes van zo'n 600 euro. Bij MINI is de sky echter weer de limit. Al staat dat natuurlijk recht evenredig met de totaalprijs. Puur op kunnen vergeleken (met de prijs in het achterhoofd) is de S1 heer en meester. Al kunnen ze bij MINI profiteren van de naamsbekendheid van de Cooper S. Beiden spelers op het hoogste niveau, maar de S1 wist toch de show te stelen in de Autofansgarage.

 audi-s1-vs-mini-cooper-s

Bedankt aan InKart Puurs voor de fotolocatie

Derniers articles publiés

Commentaires

Laissez un commentaire

Commentaires récents

acce 2024

Derniers Essais

Tous les essais

Derniers Chroni

Tous les reportages

Dernières Actualités

Tous les actualités