De Jaguar I-Pace kwam in 2018 op de markt en was de eerste elektrische premium-SUV die je kon kopen, nog voor de Audi E-Tron en de Mercedes EQC. Maar die voorsprong heeft het Britse merk niet behouden, want intussen heeft de concurrentie modellen met snellere laadtijden, meer rijbereik en meer vermogen. Kan Jaguar de situatie rechttrekken met deze midlifefacelift van de I-Pace?

Nieuwe kleurtjes

In een woord: neen. Jaguar is druk bezig met zichzelf opnieuw uit te vinden tegen 2025, wanneer het merk volledig elektrisch wordt en in het luxesegment gaat spelen. Veel budget steken in een model met een uniek platform hoort er dan schijnbaar niet meer bij. De facelift van de I-Pace houdt dan ook niet veel meer in dan een nieuwe, gladde grijze grille, wat extra grijze accenten op de voorbumper en elementen op de voor- en achterbumper en onderaan de deuren die nu in koetswerkkleur zijn gespoten in plaats van in het zwart. Qua uitrusting is het Black Pack voortaan standaard en heb je de keuze tussen de R-Dynamic S, R-Dynamic SE of R-Dynamic HSE.

Er zijn twee nieuwe matte/satijnglans lakkleuren: Eiger Grey of Carpathian Grey, terwijl je het dak nu in het zwart kan laten spuiten als je een panoramadak hebt, voor een egale zwarte look. Het rijbereik van 470 km blijft onveranderd, opladen kan tot 11 kW met driefasige wisselstroom of tot 100 kW aan een snellader. Vierwielaandrijving is standaard dankzij een elektromotor op elke as, voor een vermogen van 400 pk en 696 Nm, waarmee de I-Pace in 4,8 seconden van 0 tot 100 km/u kan sprinten en een topsnelheid haalt van 200 km/u. Je kan de vernieuwe I-Pace vanaf nu bestellen als R-Dynamic SE voor 93.900 euro, de R-Dynamic HSE kost minstens 102.400 euro.