Een supercar zonder noemenswaardige voorruit mag misschien absurd klinken, maar het heeft wat weg van een opkomende markt. Zo pakte McLaren jaren geleden al uit met de Elva, bracht Ferrari iets later het duo Monza SP1 en SP2 op de markt en volgde Aston Martin eind vorig jaar met de DBR22.

AC mag dan één van de oudste autoconstructeur van Groot-Brittannië zijn, maar in de voorbije jaren of zelfs decennia hebben ze niet bijster veel van zich laten horen. Dat ligt er vooral aan dat het merk in de jaren ’80 in financiële moeilijkheden terecht kwam, en dan maar in delen verkocht werd aan Ford en een andere inversteerder: Autokraft. Die laatste kocht uiteindelijk zelfs de hele boel op, maar slaagde er nooit in om er echt iets van te maken.

Je hebt het vast al gemerkt aan onze nieuwspagina: het Auto Shanghai-salon in China is begonnen. Dit is dus het moment bij uitstek voor fabrikanten om hun nieuwe giga-SUV’s te laten zien, al hebben de Chinezen ook verrassend Europees getint gerief te tonen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar deze Cyberster, en maak ons wijs dat die je niet plots doet terugdenken aan de tijd waarin MG nog een Britse sportwagenbouwer was…

Wil je graag een paar nieuwe automodellen zien voor ze onthuld zijn, dan hebben we één adres voor je: het Chinese Ministerie voor Industrie en Informatietechnologie. Die instantie verzamelt namelijk alle gegevens over auto’s die in het land gehomologeerd zijn, maar af en toe delen ze die net iets te vroeg.

Herinner jij je de McLaren Elva nog? De kans is groot dat dat niet het geval is, en dat nemen we je ook helemaal niet kwalijk. De Britten lanceerden de bloedsnelle roadster namelijk alweer in 2019, en waren toen van plan om er 399 stuks van te produceren. Dat werden er uiteindelijk slechts 149, volgens McLaren omdat klanten wilden dat de Elva nog exclusiever zou zijn.

Het is stilaan einde verhaal voor grote motoren, vooral wanneer die ook nog eens veel cilinders tellen. Zo verklapte Aston Martin al dat zijn huidige V12 Vantage ook de laatste V12 Vantage wordt en ging bij Bugatti zopas nog de allerlaatste auto met de iconische W16-motor onder de hamer.

We schrijven november 2021 wanneer Nissan uitpakt met zijn ‘Ambition 2030’-plan. Daarbinnen wil de constructeur 15 nieuwe EV’s lanceren tegen 2030, ten koste van alles samen 2 triljoen Yen. Aangezien die valuta ons Europeanen toch niet zoveel zegt, verschoof onze focus al snel richting de vier conceptcars die de Japanners toen virtueel uitpakten: de Chill-Out, Surf-Out, Hang-Out en Max-Out.

We gaan er niet te melancholisch over doen, maar de vakantieperiode is nu echt wel voorbij. Ook bij BMW heeft iedereen zijn verlofdagen blijkbaar opgebruikt, en lijkt er zelfs naarstig overgewerkt te worden om daarvoor te compenseren. Zo komen de Duitsers met een kleine waslijst aan updates op de proppen, de ene al zomerser dan de andere. Hun roadster krijgt bijvoorbeeld een bescheiden facelift, terwijl een paar andere modellen met ingang van november budgetvriendelijker worden dankzij nieuwe basismotoren.

De W16 is inmiddels synoniem geworden met Bugatti. De oorspronkelijk Franse fabrikant schroeft het 8.0-liter grote apparaat al in zijn modellen sinds de Veyron in 2005, waarbij het vermogens van aanvankelijk 1.001 pk tot wel 1.850 pk in de knotsgekke Bolide kon optekenen.

Wiesmann, heet de bedenker, en zijn verhaal is er zo eentje van vallen en zeggen dat je terug zal opstaan. Zo werd de constructeur in 1988 opgericht door twee broers wiens achternaam je wel kan raden, en stuurden ze in 1993 hun eerste model de wereld in. Die Wiesmann MF was een tweezits roadster met retro-looks en een motorblok van BMW in het vooronder. De fabrikant hield dezelfde receptuur aan voor de komende 20 jaar, al wisten ze nooit echt door te breken.