57.475 euro. Dat is de vanafprijs van de nieuwe generatie van de Mercedes-Benz GLC. De SUV-variant van de C-Klasse rijdt dan je oprit op in de versie Business Line met de basis-benzinemotor: de GLC 200 4Matic. Wil je liever een dieselmotor, dan parkeert de GLC 220 d 4Matic zich op diezelfde oprit voor 58.685 euro.

Mag het toch net even iets specialers zijn dan een doordeweekse 'Benz, dan kan je sinds jaar en dag bij de tuners van Brabus terecht. Die automobiele magiërs bieden bijvoorbeeld een tot 900 pk opgepompte versie van de Mercedes-Maybach GLS aan, maar je kan er evengoed aankloppen voor een van de pot gerukte buggy op basis van de G-Klasse.

De dames en heren van Mercedes-Benz hebben hun elektrische Vision EQXX nog eens vanonder het stof gehaald voor een tweede testrit. De laatste keer dat ze dat deden, reden ze ermee van thuisbasis Stuttgart naar het Franse Cassis zonder onderweg ook maar één keer te moeten bijladen.

Vooral stadsbewoners kennen het gevoel: je auto is nooit helemaal veilig op een publiek parkeerplekje. Neemt de persoon voor je de betekenis van het woord ‘bumper’ net iets te letterijk, dan blijf je achter met een lelijke deuk en een hap uit de waarde van één van je duurste bezittingen. Dat beseffen de Duitse tuners bij Mansory blijkbaar ook, en dus trakteerden ze hun interpretatie van de Mercedes-Maybach GLS 600 — naast de gewoonlijke vermogensboost — op een stevige bullbar.

Met downsizing en elektrificatie die om iedere hoek van het automobiele landschap loeren, moeten we genieten van grof geschut als de Mercedes-AMG E 63 S 4Matic+ zolang het kan. Daarover zijn ze het duidelijk eens in Affalterbach, want de tuners trakteren hun oppermachtige E-Klasse op een allerlaatste editie overladen van de opties.

AMG-land staat op zijn kop, want de huistuner van Mercedes gooit bij de opgevoerde exemplaren van de C-Klasse zijn V8-motoren overboord. In de plaats monteren ze vierpittertjes onder de kap, al hoeft dat nog niet te betekenen dat de potentste C’s daarom trage auto’s worden.

Het mag duidelijk zijn: Mercedes is in de komende jaren niet van plan om zich nog bezig te houden met betaalbare auto’s. Dat kwam vorige week nog letterlijk aan het licht wanneer de constructeur zijn toekomstplannen voorstelde, en daar geen ruimte meer in voorbehouden bleek voor modellen als de A- en B-Klasse. Nu wordt de luxelijn opnieuw wat verder doorgetrokken, want Mercedes zou de handbak uit zijn gamma gaan snijden ten voordele van de automaat.

Voor mocht je het nog niet door hebben: alles wordt steeds meer digitaal. Probeer tegenwoordig maar eens een nieuw automodel te vinden met klassieke tellers of zelfs zoiets als fysieke knoppen in het dashboard, en als er dan ergens foutjes in het systeem opduiken staat er waarschijnlijk wel een over-the-air-update op je te wachten om het op te lossen. Ook de manier waarop we een auto kopen verandert steeds meer, want heel wat constructeurs merken dat het goedkoper en gemakkelijker is om het grootste deel van het proces over het wereldwijde web te laten verlopen.

Zei iemand “Ferrari 250 GTO”, dan mocht je daar sinds jaar en dag de eretitel “De duurste auto ter wereld” bij denken. Die Italiaanse straatracer brak namelijk het ene na het andere verkooprecord, waarbij de laatste in 2018 nog onder de hamer ging voor een onvoorstelbare 70 miljoen dollar — zo’n 66 miljoen euro. Dat cijfer wordt nu echter ruimschoots verdubbeld door een andere straatlegale versie van een racewagen, en dat is eens geen Ferrari.

Constructeurs beginnen het steeds vaker te beseffen: premium loont meer. Zo kwam de Volkswagen-groep even geleden al naar buiten met een plan om hogerop te gaan, en spreken zelfs kleinere constructeurs zoals Mazda over prijzige ambities. Maar wat doe je wanneer je als merk al diep in dat premiumsegment gepositioneerd zit?