De Tesla Cybertruck heeft — net als de Tesla Roadster, overigens — iets van een mythische status in autoland. Sommigen geloven er namelijk in, terwijl anderen ervan overtuigd zijn dat het bizar ogende gevaarte nooit ofte nimmer onze wegen zal betreden.

Een dikke maand geleden verkondigde de Volkswagen-groep klein nieuws met grote gevolgen. De ingenieurs hadden namelijk een nieuwe, efficiënte elektromotor ontwikkeld die tot 286 pk en 550 Nm koppel kon leveren. Tot daar niks wereldschokkends, ware het niet dat die elektromotor precies evenveel plek inneemt als het huidige, 204 pk sterke exemplaar dat achterin zowat alle EV’s van het concern ligt.

Het plan van Tesla’s Elon Musk was altijd al simpel: beginnen met duurdere, innovatieve EV’s en daarna ook modelletjes gaan bouwen die u en ik ons kunnen veroorloven. Hun recente prijsverlagingen waren op dat vlak misschien al een stapje in de goede richting, maar aan net geen 46.000 euro kan je hun goedkoopste model — de Model 3 — daarmee nog steeds geen budgetproduct noemen.

Japan mag zich rekenen tot één van de grootste en competentste autobouwers ter wereld maar als het op EV’s aankomt, hinken ze enigszins achter. Zo stelde Honda pas zijn tweede elektrische auto voor onder de onuitspreekbare noemer e:Ny1 en doet Toyota het voorlopig uitsluitend met de al even lastige bZ4X.

Het klinkt tegenstrijdig maar toch is het zo: iedereen en hun grootmoeder wil tegenwoordig een SUV, maar dan liefst eentje met een zo laag mogelijk dak. Daardoor schieten de SUV-coupés als paddenstoelen uit de doorgaans verstedelijkte grond, kijk maar naar Renaults eigen Arkana op basis van de Captur.

Honda heeft de nieuwe generatie van zijn CR-V voorgesteld, al is het stiekem niet de eerste keer dat we met dat nieuwtje uitpakken. Zo weten we eigenlijk al bijna een jaar hoe de SUV eruit gaat zien, want toen werd de CR-V voorgesteld op de plek waar hij zich het meeste thuisvoelt: de VS. Is dit dan precies dezelfde auto die een jaar na datum pas onze contreien bereikt? Bijna, maar niet helemaal…

Een paar weken geleden pakte Skoda groots uit. Toen liet het merk namelijk doodleuk weten dat ze ons tussen nu en 2026 met maar liefst 11 nieuwe modellen en updates gaan bombarderen. Het merendeel daarvan zijn natuurlijk elektrische crossovers, al betekent dat niet dat zij die nog zweren bij verbrandingsmotoren binnenkort niet meer bij Skoda terecht kunnen.

Al decennia maakt het anders bescheiden Volkswagen furore met zijn GTI-modellen, maar die naam past maar moeilijk in de gesloten grille van hun nieuwe elektrische auto’s. Daarom stampten de Duitsers het GTX-label uit de grond, waarbij de ‘I’ van ‘injectie’ vervangen wordt door de ‘X’ van ‘xierwielaandrijving’, of iets in die zin.

De Belg is vooral verlekkerd op Europese auto’s — en al helemaal als die Europese auto’s ook Duitse auto’s zijn. Kijk er maar even de lijst van populairste modellen in het België van 2022 op na, want daar vind je 3 Duitse auto’s (of 4 als je de Mini Cooper meetelt), gevolgd door 3 Fransen, een Zweed en een Roemeen. Daardoor verschijnt Toyota maar één keer in onze top-10, maar dat is elders ter wereld blijkbaar niet het geval… Wel integendeel.

Het verhaal van Fisker is er eentje van vallen en opstaan — letterlijk. Henrik Fisker, een oorspronkelijk Deense ontwerper woonachtig in de VS, stampte het merk namelijk uit de grond in 2007 om er de Fisker Karma mee te bouwen. In 2014 ging Fisker Automotive echter op de schop en werd het bedrijf overgekocht door een Chinese investeerder, die er een paar jaar later zelf mee in moeilijkheden kwam.