Lees je er de Europese en Amerikaanse regelgeving op na, dan moet een auto worden uitgerust met fysieke achteruitkijkspiegels, waardoor het gebruik van camera's uitgesloten is. Tot voor kort was dat ook zo in Japan. Echter zaniken automerken al jarenlang om de technologie van camera's te implementeren in productiewagens. Vooruitstrevend als ze zijn, de Japanners, besluiten de overheid om de 'cameraspiegels' toe te laten op productiewagens. Een belangrijke stap in het toekomstige design van de automobiel.

Minder tanken

Want, zo zou je denken, is de technologie enkel maar een aardige gimmick die je een duit zal kosten als het faalt. Hoewel dat misschien deels het geval is, zijn achteruitkijkspiegel (zowel binnen als buiten) de hel voor elke designer en windtunnel-fetisjist. De luchtstroom van de meest gangbare productiewagens krijgt namelijk een beperking opgelegd door de zichtbaarheid.

Zo kan je auto's namelijk veel zuiniger maken als je de achterkant scherp laat toelopen, denk maar aan de Renault Eolab. Echter zie je als chauffeur geen knijt in zo'n rijdende waterdruppel waardoor het in de meeste gevallen een no-go is. Die no-go kunnen ze nu van het lijstje schrappen. Want wanneer je camera in de plaats kan hangen worden de benutbare proporties van een achterruit plots een stuk minder belangrijk.

De bal ligt nu bij Europa en Amerika

Door de aanpassing in de wet zal er in Japan dit najaar nog een productiemodel verschijnen met 'cameraspiegels', dat wist een fabrikant van de technologie te vertellen. Meer nog, tegen 2023 verwachten ze dat een derde van de wagens beschikt over de camera's.

In de VS en Europa moet de tech nog wettelijk goedgekeurd worden, hoewel dat op ons continent eigenlijk vorig jaar al in kannen en kruiken moest zijn. Het precedent is alvast geschapen door Japan, waardoor de EU en VS - onder druk van plaatselijke constructeurs - hopelijk snel volgen.