De 250c variant oogt op het eerste zicht een iets of wat vreemde vogel. Ook de kleurkeuze speelt hierbij een grote rol. Grijs of rood accentueert volgens ons namelijk een foute keuze in lijnen. Ons witte exemplaar daarentegen verbergt die lijnen iets of wat. De IS 250 straalt dan ook niet de pure sportiviteit uit die je alsnog verwachtte. Maar hij is meer dan een IS 250 sedan zonder dak. De IS 250C heeft een 15mm grotere overhang voorhaan en een 55 mm grotere overhang achteraan. Daarmee oogt hij iets sierlijker en lijken de lijnen alsnog wat strakker.Onder de kap van deze, volgens mijn grootmoeder, bruidswagen schuilt een 2.5 liter grote V6, gekoppeld aan een sequentiële zestraps automatische versnellingsbak. De V6 is 208 pk sterk en beschikt over 252 Nm koppel bij 4.800 toeren. Daarmee  sprint hij naar 100 km/u in exact negen seconden en houdt hij het voor bekeken bij een gelimiteerde 210 km/u. Dat laatste hebben we niet getest. De negen seconden daarentegen haalden we zonder veel moeite. Aan een rood licht was je nooit op achtervolgen aangewezen, ondanks het loodzware gewicht van 1.750 kilogram. Je was steeds eerst weg, en ook op de snelweg hernam hij op een prima manier waardoor het opnieuw heerlijk relaxt rijden was.

Op de vijf dagen dat ik deze cabrio op mijn oprit mocht zetten, zette ik een verbruik van 9.5 liter per 100 km neer. Officiële cijfers geven gemiddeld 9.3 l/100km aan. En ik zal eerlijk zijn, dat is geen geheim, ik heb absoluut niet “groen” gereden en ook van de sportstand was ik verre van vies. Al moet ik toegeven dat er in mijn rijtest een 250 tal kilometer autostrade zat.  De sportstand ging hem naar mijn aanvoelen vooral om de kleppers achter het stuur die je zelf diende te bedienen. Want een verschil in vermogen voel je zeker niet. Desalniettemin, als je de motor tot een 6.000 tal toeren laat lopen, dan komt er een heerlijk maar best bescheiden zescilinder geronk uit. Ook de automaat, in ‘D’ stand, laat bij planché het toerental tot 4.000 tpm oplopen.

Het zware gewicht is uiteraard vooral te danken aan de hardtop. En hoewel het gewicht in zijn nadeel speelt, is deze hardtop letterlijk de beste speler op het veld. In amper 21 seconden, en het voelt nog sneller, verdwijnt het dak in drie delen de koffer in. Op die manier speel je 2/3 kofferruimte kwijt, maar hebben de inzittenden achteraan, maximaal twee, weer wat extra ademruimte. De achterbank lijkt me ook hier het best geschikt om je jas op te leggen, niet om twee passagiers in te herbergen.

Maar dus, kort samengevat is deze Lexus eerder een cruiser en geen sportwagen. De automaat laat je best heerlijk zijn werk doen en zal je zonder problemen op een uiterst luxueuze manier naar je bestemming vervoeren.

Aan luxe heb je binnenin zeker geen tekort. Ons testmodel genoot van alle opties die je kan aanvinken op de niet al te lange optielijst. De lederen stoelen zaten zeer comfortabel maar misten misschien net dat beetje extra lendensteun. Misschien wijst Lexus er daarmee nog eens op aan dat dit geen sportcar is, zoals de eerder beschreven 208 pk al deden vermoeden. Het instrumentenpaneel achter het stuur is prachtig. Weinig andere woorden kunnen dat niveau omschrijven. De verlichting van wijzers past zich aan naar het daglicht waardoor de bestuurder nooit fel licht tegen krijgt. Het stuur was in ons exemplaar met leder bekleed en voelde uiterst vertrouwelijk aan. Een gevoel van vertrouwen en betrouwbaarheid dat je nooit zal verliezen bij het rijden. De Lexus geeft zodanig veel feedback en plakt als het ware tegen de weg dat hij een groot gevoel van zekerheid en veiligheid creëert.

Verder lijkt alles nog steeds te kloppen binnenin. Alle knoppen zijn voorhanden en je weet na wat speurwerk snel waar wat voor dient. Je hebt, in tegenstelling tot anderen, geen overbodige knopjes en het is al helemaal geen wirwar op je dashboard. Maar ik moet jullie op mijn misschien wel enige punt van kritiek wijzen wanneer we het over het interieur hebben. Al van bij het instappen, tot bij het uitstappen, vond ik dat het digitaal klokje ook niet zou misstaan op een microgolf. Allemaal weinig relevant. Maar daar laten de Japanners wel een steek vallen. Net daar waar de concurrentie uit Beieren zijn bonuspunten sprokkelt.

Hoeveel dit allemaal kost? Als je twijfelde tussen een snellere C70 T5 Geartronic (43.180 euro) vanuit het Volvo kamp of een 320iA cabrio (43.380 euro) van BMW dan kies je qua beginprijs misschien niet direct voor de Lexus. De  IS start namelijk bij 50.690 euro. Grote kantekening is dat de standaard IS 250C al enorm goed in zijn spullen zit. Lederen interieur, cruise control, verwarmde zetels, elektrische zetels, park assist voor én achter, automatische airco, etc. Alles wat je kan bedenken zit er gewoon al standaard in, behalve dan navigatie en extra boxen. De navi kost je nog eens 2800 euro. Probeert maar eens een gelijkaardige BMW 320iA cabrio samen te stellen voor dat geld, wij kwamen al heel snel over de 50.690 euro van de Lexus.

Tekst: Pieter Aertgeerts
Foto's: Joeri Mertens
Dank aan Lexus Belgium