De VAB-wegenwachters uiten hun grote bezorgdheid over het gebruik van de pechstrook. Amper 1 op 7 van de gebruikers op de pechstrook doet dat correct - in geval van pech, ziekte of ongeval. In 2011 was dat nog 1 op 5.

De pechstrook wordt het meest gebruikt voor pech/ongeval (15 procent), om wat verder een afrit te nemen (11 procent), als extra rijstrook bij file (11 procent), door vrachtwagens die uitwijken uit verstrooidheid (10 procent) en door vrachtwagens als parkeerplaats om rust- en rijtijden te respecteren (9 procent). Nochtans is de pechstrook enkel bedoeld voor wie pech heeft of ziek wordt en voor hulpverleners en arbeiders.

De hulporganisatie vraagt de regering voor structurele maatregelen. De pechstrook moet veiliger en toegankelijker worden voor behoevende en misbruikers moeten daarvoor bestraft worden. VAB stelt ribbelstroken voor om de scheiding tussen de rijstrook en pechstrook duidelijker te maken.

De wegenwachters benadrukken ook dat bij ongeval/ziekte of pech de bestuurder een fluo-hesje moet aantrekken en achter de vangrail moet gaan staan.