Neem je er het grote boek van de Formule 1 bij, dan is er heus een hoofdstuk toegewijd aan Brabham. Niet enkel een raceteam met Australische roots, het is ook het enige team waarvan de coureur - Jack Brabham - het kampioenschap won met zijn eigen ontwikkelde wagen. Een stunt waar hij in sloeg in 1966. Het laatste decennium was het stil rond het raceteam, al zeker na het overlijden van Jack Brabham in 2014, maar nu is het terug met een knal.

Die knal is de BT62, een dikke reminder dat het team weet hoe circuitwagens te bouwen. Met een fraai ogende carrosserie die volledig uit koolstofvezel is opgetrokken en genoeg downforce om tegen het plafond van een tunnel te kunnen rijden. Nog straffer? Het geheel weegt amper 972 kilogram. En hoewel de Lotus van de vriend van je neef dat ook doet pakt die Brit niet uit met een 5.4-liter V8 met 700 pk en 667 Nm. We zweren het nu al, deze BT62 moet een tricky bastard zijn om te besturen.

Miljoentje te veel?

Dat weten ze bij Brabham goed genoeg. Hoofdingenieur Paul Birch van het bedrijf weet dan ook te zeggen: 'We hebben de BT62 compleet van de grond af ontwikkeld met een wagen die een compleet engagement en overgave van de chauffeur verwacht om zo een immense rijbeleving te kunnen geven.'

Al zal die rijbeleving voor de happy few blijven, want niet enkel plant Brabham maar 70 stuks van de wagen te bouwen, het prijskaartje begint pas bij 1,1 miljoen euro. Stevige centen voor een auto waar je enkel maar het circuit op mee mag. Al hebben Ferrari en McLaren eerder al getoond dat dit rijk cliënteel niet tegen houdt.