Je kent waarschijnlijk wel het gevoel: je hangt achter een auto op de gewestweg die iets te traag rijdt naar je zin, en je beslist om in te halen. Je ziet een ruime opening tussen de tegenliggers en zet je inhaalmanoeuvre in, alleen maar om te merken dat die opening misschien toch niet ruim genoeg is voor de gebrekkige pk’s van moeders Peugeot 206 — we halen er even ons eigen trauma bij. Het gevolg laat zich raden: een wild met zijn grootlichten flikkerende tegenligger en een noodgedwongen retour naar huis om vers ondergoed… Maar hoeveel pk’s had je auto dan moeten hebben om dat vers ondergoed uit te sparen?

80 pk per ton, graag

Met die vraag — misschien iets anders verwoord — op zak stelde Duitse automobielfederatie ADAC zo’n 600 auto’s op de proef. Daarbij keken de onderzoekers niet zozeer naar de gewoonlijke 0-naar-100-tijd, maar becijferden ze hoeveel pk’s je nodig hebt om van 60 naar 100 km/u te accelereren binnen 250 meter — de lengte van de gemiddelde oprit van een snelweg. De uitkomst: je hebt zo’n 80 pk per ton gewicht nodig om dat veilig te kunnen doen. Een auto van 1,5 ton moet zo dus over minstens 120 pk beschikken, eentje van 2 ton over minstens 160 pk en rij je met een kolos van 2,5 ton, dan heb je zeker 200 pk nodig.

Tegenwoordig zitten heel wat modellen zonder moeite boven dat minimum, maar toch niet allemaal. Zo bleek de inmiddels uit productie gehaalde Volkswagen Up! met atmosferische 1.0-litermotor te zwak en ook de Hyundai i10 en de Fiat Panda Hybrid komen volgens de ADAC te moeilijk op tempo. De titel van allertraagste ging echter naar een EV: de Dacia Spring met zijn basismotortje van 45 pk. Die had de volle 330 meter nodig om van 60 naar 100 km/u te versnellen en zou dus helemaal niet genoeg hebben aan de gemiddelde snelwegoprit… Al moet natuurlijk gezegd dat de meeste Spring-rijders die waarschijnlijk niet gekocht hebben om snelwegkilometers mee af te leggen.