Allereerst even meegeven dat we hier niet opnieuw het uitgebreide proces gaan maken van de Volvo EX30. Daarvoor kan je meteen doorklikken naar de uitgebreide test van collega Yves. We gaan dus niet meer lopen kankeren over het belachelijke plaatsaanbod achterin, over het ontbreken van een snelheidsaanduiding in het gezichtsveld, of het feit dat je voor soms vrij essentiële zaken (zoals bijvoorbeeld het mistachterlicht of de ontgrendeling van het handschoenkastje) vrij diep in de menu’s van het centrale scherm moet gaan graven.

Aan de andere kant van het spectrum gaan we hier evenmin de loftrompet steken over het heerlijke design, het onovertroffen zitmeubilair en de koffer die eigenlijk meer dan behoorlijk ruim is voor dit segment. Neen, deze bijdrage wil je vooral helpen in de keuze tussen de EX30 met één motor en achterwielaandrijving (Extended Range), of twee motoren en dus vierwielaandrijving. De basisversie met slechts 337 km autonomie laten we hier gemakkelijkheidshalve achterwege.

Wat zijn de belangrijkste verschillen?

Batterijtechnisch gesproken alvast niets of nauwelijks. Beide versies krijgen een batterij van 69 kWh die even snel DC laadt (250 kW) en aan 11 kW AC. Een DC laadsessie van 10 tot 80% duurt bij beide versies 26 minuten. Het wezenlijke verschil zit natuurlijk in de aanwezigheid van een tweede motor waardoor het vermogen stijgt van 272 pk voor de Single Motor, tot een potente 428 pk voor de Twin Motor. Ook het koppel profiteert wezenlijk van de tweede krachtbron want dat stijgt van 343 Nm tot 543 Nm voor de Performance-versie. En waar Volvo de topsnelheid van al hun wagens al een tijdje beperkt tot 180 km/u, is er dan weer wel een verschil qua acceleratietijd voor beide versies: de Single Motor tikt de 100 km/u aan in 5,3 seconden, met twee motoren is dat al na 3,6 seconden.

Andere verschillen, zowel uiterlijk als qua uitrusting, zijn er eigenlijk niet omdat je beide versies naar smaak kunt aankleden. Maar er is natuurlijk wel een belangrijk prijsverschil. De Performance-versie is er enkel in het ‘Plus’- of ‘Ultra’-uitrustingsniveau en dan kost hij minstens 52.110 euro (of 8.550 euro meer dan de Single Motor). In het hoogste uitrustingsniveau is het verschil kleiner, namelijk 2.700 euro).

Je wil wel een Performance want…

Waarom zou je finaal wél voor de krachtigste EX30 gaan kiezen? In de eerste plaats als dat sprintje in 3,6 zuchten je heel erg aanspreekt. 3,6 seconden, dat is nota bene sneller dan de nieuwe basis Porsche 911 (die doet er 4,1 seconden over)! Wat ook heel aangenaam is, is de al bij al vrij civiele krachtonplooiing van de EX30 performance. Natuurlijk word je behoorlijk in het meubilair gedrukt, maar het is allemaal minder nerveus en misselijkmakend dan in de Tesla Model Y Performance, om maar één (verre) concurrent te noemen.

Ook opvallend is het comfort dat ten allen tijde optimaal blijft. Oneffenheden worden vlekkeloos weg gefilterd en verkeersdrempels schrikken nooit af. Dat is bij de Model Y wel anders. Ook de besturing blijft comfortabel, misschien zelfs iets té. Volvo voorziet nochtans drie stuurmodi, maar zelfs in de strakste setting mist het allemaal een beetje scherpte. Niks ergs hoor, maar dat doet de Tesla Y Performance bijvoorbeeld dan weer wel beter.

Je wil geen Performance want…

… die 1,7 seconden acceleratiewinst zal jou worst wezen. Geef toe, 5,3 seconden voor de Single Motor is ook al loeihard, al voel je natuurlijk wel het verschil. Positieve keerzijde van de medaille zijn de extra beloofde kilometers autonomie, ook al scheelt het slechts 25 kilometer op papier. En qua afstelling van onderstel en andere dynamische aspecten is er geen verschil, zo verzekerde ons nog een Volvo-ingenieur.

Belangrijkste reden om voor de Single Motor te kiezen lijkt ons natuurlijk het prijsverschil, waarvoor je dan weer lekker in de optielijst voor kan duiken. Want 55.260 euro voor de duurste Performance is behoorlijk wat geld voor een kleine Volvo die je bijna in je binnenzak kan steken. De eerder genoemde Tesla Y Performance gaat natuurlijk wel vlotjes voorbij de 60K, maar die is dan ook een pak groter en functioneler. De MG4 XPower is qua afmetingen en prestaties zeker een alternatief aan 37.285 euro, maar die mist dan weer de Zweedse flair en imago. Qua functionaliteit, vooral op de achterbank, scoort de MG natuurlijk wel beter. Prijzen vergelijken tussen de Volvo en MG is een beetje zinloos, want zolang de EX30 niet in ons eigenste Gent van de band rolt (dat zit er nu wel snel aan te komen), is het afwachten wat de prijsevolutie zal zijn van deze in China gebouwde modellen.

Dus wie wint het pleit?

Eigenlijk is het simpel. Als geld geen spelbreker is, dan is er in weze geen reden om niet voor de Performance te kiezen. Die is sneller, blijft toch voldoende civiel en hoeft niets aan comfort in te boeten. Ook de 25 kilometer autonomie die je verliest is verwaarloosbaar. Heb je lak aan de hypercar-sprintcapaciteit van de Performance en wil je vooral de zoveelste snelheids-PV in de brievenbus vermijden? Dan ga je perfect gelukkig zijn met de al behoorlijk snelle EX30 Single Motor.

Meer elektrische auto's zijn te ontdekken in de Autofans EV-Gids 2024