Die vier modellen krijgen elk hun aparte invulling. Want BMW maakte het zich niet makkelijk door gewoon dezelfde setup te gebruiken, nee, elk model kreeg zijn specifieke aandrijving. Onder de kap zit telkens de turbogeblazen 2.0 viercilinder, bijgestaan door een elektromotor.

Zo is er de 225xe Active Tourer. BMW's recente kip met de gouden eieren krijgt een plug-in hybride variant die net op tijd komt in ons wijzigende BIV-stelsel. Die 225xe combineert elektrisch en benzinevermogen tot 224 pk en drijft alle vier de wielen aan.

Een trapje hoger hebben ze bij BMW de 330e staan. Je ziet het, geen vierwielaandrijving maar wel een echte achterwielaandrijver. Deze versie produceert 252 pk en verbruikt 1,9 l/100 km.

Voor de SUV-adepten onder ons is er de X5 eDrive40e, die vanaf 72.000 euro 313 pk naar de vier wielen stuurt. Daarnaast is er nog even de 5 Reeks ActiveHybrid, die wat verloren tussen de rest van het e-gamma staat.

En helemaal bovenaan het gamma is er de 740e. Deze limousine krijgt 326 pk en komt er zowel als achterwielaangedreven variant, als in vierwielaangedreven variant. De eerste kan je zowel met korte als lange wielbasis krijgen, de laatste is er enkel met lange wielbasis. Volgens BMW stoot deze versie slechts 49 g/km CO2 uit. Dat zit weer mee.